Jeremiah 30:2

Inleiding

Tot nu toe hebben we in dit boek profetieën van Jeremia gehoord die, op enkele passages na (Jr 2:1-3; Jr 3:14-17; Jr 16:14-15; Jr 23:1-8; Jr 24:4-7), allemaal dreigend en somber van karakter zijn. In Jeremia 30-33 verandert het profetisch perspectief naar hoofdzakelijk hoopvol. Dit is te meer opmerkelijk omdat de profetieën in Jeremia 32-33 zijn gegeven in het tiende jaar van Zedekia, dat wil zeggen vlak voor de definitieve val van Jeruzalem. De hoofdgedachte van deze hoofdstukken is dat Israël als natie niet zal vergaan.

Terugkeer uit ballingschap

Deze verzen zijn de inleiding op Jeremia 30-31. Ze gaan over het hoopvolle thema van het herstel van het volk. In deze verzen wordt duidelijk en ondubbelzinnig vastgesteld dat het volk in het land zal terugkeren. De HEERE zegt dat in een nieuw woord tegen Jeremia (Jr 30:1). We komen hier op een hoogtepunt.

“Het woord” dat tot Jeremia komt, houdt een bijzondere opdracht in. Het heeft geen betrekking op een prediking of het overbrengen van een boodschap, maar is in de eerste plaats voor hemzelf bedoeld. Omdat hij een type van het gelovig overblijfsel is, is het ook voor hen bedoeld. Hij krijgt de opdracht om alles wat de HEERE heeft gesproken, in een boek te schrijven (Jr 30:2). Daarbij lijkt het vooral te gaan om Jeremia 30-33 (vgl. Jr 36:2). Wat geschreven staat, geeft zekerheid en controlemogelijkheden. Anderen hebben ook hun woorden in een boek geschreven, zoals Mozes (Ex 17:14; Dt 31:24), Jozua (Jz 24:26), Jesaja (Js 8:1; Js 30:8), Nahum (Na 1:1), Habakuk (Hk 2:2).

Jeremia 30-33 zijn een apart boek in dit boek. Dit ‘boek’ van vier hoofdstukken wordt wel ‘het troostboek’ genoemd omdat het vol met vertroostingen en beloften staat. Deze hoofdstukken bevatten de zekerheid van hun voortbestaan. In een tijd dat zoveel Joden in ballingschap zijn, moet dat voor hen die geloven wel een grote troost zijn. Er staan profetieën over het vrederijk en over de Heer Jezus in, want dan en door Hem wordt alles vervuld wat in deze hoofdstukken wordt beloofd. Ze hebben ook een praktische betekenis voor ons die nu al in het koninkrijk leven, al bestaat dat koninkrijk nu nog in verborgen vorm (Rm 14:17). In geestelijk opzicht kunnen wij nu al een dergelijk herstel beleven.

Bovenal kennen we door het geïnspireerde Woord de waarheid van God. We zien de bevestiging van wat Hij heeft gezegd als vervuld wordt wat Hij heeft gezegd. Hier spreekt Hij met betrekking tot Zijn plan om in de gevangenschap van zowel Israël als Juda een omkeer te brengen (Jr 30:3). Het gaat om het herstel van de twaalf stammen. Israël is in verstrooiing en Juda in ballingschap. Zij zullen weer als één volk in het land van de vaderen zijn. Dat is nu nog niet zo en het is ook niet gebeurd bij de terugkeer uit Babel. De terugkeer uit Babel is onvolkomen, zowel in aantal als in toestand.

Copyright information for DutKingComments