Jeremiah 30:23

Oordeel en dan zegen

Er volgt nog een woord over de grote verdrukking die hier “een storm van de HEERE” wordt genoemd en “grimmigheid”, “een aanhoudende storm” (Jr 30:23). Dit woord betreft de goddelozen. Gods brandende toorn wendt zich niet van hen af, maar blijft op hun hoofd (vgl. Jh 3:36b). Voordat er zegen kan zijn, moeten de schuldigen worden geoordeeld. Dat wordt juist hier gezegd, opdat de zorgelozen geen valse zekerheid in hun zonden wordt gegeven. Ondanks beloften van hoop blijft God in al Zijn handelingen altijd trouw aan de heiligheid van Zijn natuur.

De HEERE staat achter het oordeel dat wordt uitgevoerd door Nebukadnezar. Jeremia gebruikt het beeld van een plotselinge storm om dat oordeel te beschrijven. De HEERE doet Zijn werk van de verlossing door het tonen van Zijn kracht in het oordeel. De zegeningen waarover Jeremia heeft gesproken, zijn alleen voor de Godvrezende.

Gods toorn zal zijn volle loop en uitwerking krijgen (Jr 30:24). Hij kan niet worden tegengehouden. Voor de gelovige is die ook niet tegen te houden, maar hij mag weten dat hij is afgewend en afgewenteld op de Heer Jezus. Wie niet gelooft, zal zelf Gods toorn moeten dragen. Wij kunnen niet altijd begrijpen hoe God Zijn toorn uit en daarmee de gedachten van Zijn hart tot stand brengt. Er komt een tijd dat we dat zullen begrijpen. Veel mogen wij er al van begrijpen als we het boek Openbaring lezen, waar veel over de uitoefening van Gods toorn wordt bekendgemaakt.

Copyright information for DutKingComments