Jeremiah 31:13

De vreugde is terug in Israël

De HEERE roept op om over Jakob, de twaalf stammen, met blijdschap te zingen (Jr 31:7). Met vijf werkwoorden, “zing”, “juich”, “laat … horen”, “prijs”, “zeg”, viert Jeremia de grote verlossing die voor Israël in het verschiet ligt. Het volk dat zo lang vertrapt is geweest, staat dan als hoofd boven alle heidenvolken. Omdat het nu nog niet zover is, klinkt de oproep de HEERE te prijzen en daaraan het gebed toe te voegen dat Hij Zijn volk verlost. Zijn volk is “het overblijfsel van Israël”.

Hier zien we dat lofprijzing aan het gebed voorafgaat. De lofprijzing verkondigt de zekerheid dat het gebed zal worden verhoord. De verhoring komt ook direct, want de HEERE doet het overblijfsel komen van alle einden van de aarde (Jr 31:8; Mt 24:31). Niemand zal door zwakheid achterblijven of door natuurlijke omstandigheden verhinderd worden. Het zal een grote menigte zijn. De “zwangeren en barenden” kondigen nieuw leven aan, waardoor de grote menigte nog groter zal worden.

Het overblijfsel dat terugkeert, is zich ervan bewust dat ze de verstrooiing aan zichzelf te wijten hebben (Jr 31:9). Daarover zullen ze tranen van berouw huilen. Hun smeekbeden zullen door de HEERE worden beantwoord met Zijn leiding. Geween en smeekbeden zijn de houding en gezindheid die een vreugde zijn voor Zijn hart. Zo’n volk kan Hij leiden naar waterbeken van verkwikking (vgl. Js 41:18; Js 43:20; Js 49:10). Hij doet dat op een weg die zonder onverwachte bochten en zonder enige hindernis met het gevaar van struikelen is. Hij doet dat als een Vader in Zijn zorg voor Zijn geliefd kind die Zijn eerstgeborene is, wat speciaal waar is van Efraïm.

De HEERE maakt alle heidenvolken bekend met wat Hij met Israël zal doen (Jr 31:10). Hij heeft Israël inderdaad moeten verstrooien vanwege hun verlaten van Hem. Maar Hij zal hen weer bijeenbrengen en hoeden. Hij is de goede Herder voor Zijn volk (Jh 10:1-16).

De HEERE zal Zijn volk weer bijeenbrengen omdat Hij hen heeft vrijgekocht en verlost heeft uit machten die sterker zijn dan zij (Jr 31:11). Zonder Hem is Zijn volk zwakker dan het zwakste volk. Hij is sterker dan de sterkste macht en als Zijn volk Hem weer erkent, is hun verlossing een feit. Dit is vooral van toepassing op de verlossing uit de macht van de antichrist in de eindtijd.

Zijn volk zal in het vrederijk – want over die tijd gaat het – als verlost volk komen en op Sion staan om Hem toe te juichen (Jr 31:12). “Het goede van de HEERE” zijn de zegeningen van het land die ze overvloedig zullen genieten: het koren, de nieuwe wijn en de olie (vgl. Dt 11:13-14). Ze zullen Hem offers brengen en Hem eren. Hun ziel is in volkomen rust en geniet van Zijn weldaden. Er is geen enkele aanleiding meer om treurig te zijn. Ook zal de overvloed van zegen hen niet meer ontrouw maken, zoals het vaak bij hen is geweest en vaak ook bij ons is. Het egoïstische gebruik van materiële zegen is een bron van veel haat.

De jeugd, wat ook wijst op die nieuwe, frisse situatie, zal zich in blijdschap uiten en de ouderen sluiten zich daarbij aan (Jr 31:13). Jonge vrouwen dansen samen, ook jonge mannen en ouderen dansen samen. Hieraan kan nog de volgende praktische opmerking worden verbonden. We lezen nergens in Gods Woord dat er wordt gedanst door een man en een vrouw samen. Het is altijd meervoud of alleen en voor de HEERE. Hierbij zijn geen verkeerde gevoelens aanwezig. Dansen om mensen te behagen zoals de dochter van Herodias dat doet, wekt die gevoelens wel op (Mk 6:22).

Het is de situatie in het vrederijk. Daar is de rouw veranderd in vreugde en er is troost na het verdriet. Die omkering is van de HEERE. Hij is de oorzaak van hun vreugde en troost. Hij voert Zijn volk het vrederijk binnen.

De priesters, zij die de HEERE offeren, worden verzadigd met overvloed (Jr 31:14). Zo groot zal de welvaart van het volk zijn die hun wordt geschonken, dat de priesters verzadigd zullen worden vanwege de vele offers die door de aanbidders worden gebracht (vgl. Lv 7:34). De overvloedige oogsten zullen het deel van de priesters vergroten.

Het volk, dat is het hele volk, zal ook verzadigd worden en wel “met het goede van Mij”. Wat moet dat een diepe voldoening geven. In geestelijk opzicht kunnen we dat nu al beleven, als we ons bezighouden met al de goede zegeningen die ons door de Heer Jezus zijn gegeven en ons door de Geest worden voorgesteld in Gods Woord.

Copyright information for DutKingComments