Jeremiah 31:31-32

Een nieuw verbond

De Jr 31:31-40 gaan over het nieuwe verbond:

1. De tijd van het verbond (Jr 31:31)“er komen dagen”

2. De Maker van het verbond (Jr 31:31)“de HEERE”

3. De naam van het verbond (Jr 31:31)“nieuw verbond”

4. De partijen van het verbond (Jr 31:31)“de HEERE”, “het huis van Israël” en “het huis van Juda”

5. Een ander verbond (Jr 31:32)“niet zoals het verbond” van vroeger, het eerste verbond, op basis van verdienste en werken

6. De plaats van het verbond (Jr 31:33-34)“in hun binnenste … in hun hart”

7. De onveranderlijkheid van het verbond (Jr 31:35-37) – even onveranderlijk als de vaste cyclus van de natuur

8. De tastbare aspecten van het verbond (Jr 31:38-40) – Jeruzalem herbouwd in heiligheid en duurzaamheid

9. De borgstelling van het verbond – “spreekt de HEERE” (negen keer).

Dit gedeelte is wel een hoogtepunt in het onderwijs van Jeremia. Het begint met het aandacht vragende woord “zie” (Jr 31:31). De woorden “er komen dagen” heeft Jeremia al eerder gebruikt. Ze plaatsen de profetie in Messiaanse tijden, in de dag van de HEERE, de periode waarop de geschiedenis van het volk uitloopt (vgl. Jr 31:27).

In de dagen die komen, sluit de HEERE een nieuw verbond met de beide huizen van Israël. De partijen van het verbond zijn de HEERE, het huis van Israël en het huis van Juda. We zien hier dat het verbond herinnert aan de scheuring van het volk in twee koninkrijken, maar we zien ook dat beide delen van het volk erin zijn opgenomen. Het hele verbond is voor het hele volk. Het nieuwe verbond zal dan ook net als het oude verbond met Gods uitverkoren aardse volk worden gesloten. Het kan niet worden gesloten met de gemeente, eenvoudig omdat er geen voormalig (oud) verbond met de gemeente is gesloten. Dat kan ook niet omdat de gemeente in het Oude Testament nog helemaal niet bestaat.

Tegelijk is dit nieuwe verbond een heel ander verbond. Het is niet als het oude verbond dat Hij met hun vaderen bij de Sinaï heeft gesloten, nadat Hij hen uit Egypte heeft verlost (Jr 31:32). Aan dat oude verbond zijn ook voorwaarden verbonden waartoe het volk zich heeft verplicht. Het zijn als het ware huwelijksvoorwaarden, want de HEERE heeft hen getrouwd en hun Zijn liefde getoond. Het volk heeft hun beloften van trouw echter verbroken en daarmee is de beloofde zegen vervallen.

Het nieuwe verbond is van een heel ander karakter (Jr 31:33). Het is niet beter omdat het oude slecht is, maar omdat het is gebaseerd op betere beloften. Het oude verbond is afhankelijk van de gehoorzaamheid van de mens. Het nieuwe verbond is een eenzijdig verbond met alleen voorwaarden of beloften van Gods kant. Daarbij komt dat Hij Zijn voorwaarden kan vervullen op grond van het bloed van Zijn Zoon, waardoor de zonden die begaan zijn onder het oude verbond, vergeven kunnen worden (Mt 26:27-28; Lk 22:20; Hb 8:12). De Heer Jezus is de Middelaar van het nieuwe verbond. Hij heeft door Zijn dood de zegeningen van het nieuwe verbond zeker gesteld (Hb 9:15).

Hij zal hun ook in staat stellen om te voldoen aan wat Hij van hen vraagt, want Hij geeft Zijn wet in hun binnenste en schrijft die in hun hart. Ze zullen Zijn wil met volle instemming en volledig vervullen. Dan zal Hij hun God zijn en zij Zijn volk. De relatie is in orde gemaakt door de trouw van God, een relatie die is gebaseerd op het bloed van het nieuwe verbond (2Ko 3:1-18; Hb 8:1-13).

Ze zullen elkaar niet meer hoeven te vermanen om aan de HEERE trouw te zijn (Jr 31:34). De profeten zijn niet meer nodig. Onderricht in de wet is ook niet meer nodig, want ze hebben allen kennis van de HEERE en Zijn wil. Het kennen van de Heer Jezus is het uitgangspunt om Hem beter te leren kennen: “Om Hem te kennen en de kracht van Zijn opstanding” (Fp 3:10). We mogen bidden dat ons wordt gegeven de “geest van wijsheid en openbaring … in de kennis van Hem” (Ef 1:17).

In hun verhouding tot de HEERE is weggedaan wat die verhouding heeft verhinderd: hun ongerechtigheden en hun zonden. Dat is voor ons ook een oorzaak om ons volkomen aan de wil van God over te geven en voor Hem te leven. Als we Hem liefhebben, zullen we voor Hem leven en Zijn geboden en Zijn woord bewaren (Jh 14:21; 23).

Copyright information for DutKingComments