Jeremiah 33:1

Oproep om tot de HEERE te roepen

Jeremia zit opgesloten, maar dat is voor de HEERE geen verhindering Zijn boodschap aan deze man van God te zenden (Jr 33:1; 2Tm 2:9). De HEERE vestigt de aandacht van Jeremia eerst op Zichzelf als “de HEERE, Die het doet” (Jr 33:2). Hij is de God Die het bewerkt, wat het ook is – behalve de zonde, want die is niet in Hem en Hij kan niet zondigen. Jeremia mag weten dat hij, net als Paulus (Ef 3:1; Ef 4:1), een gevangene van Hem is. De HEERE vormt Zijn plan en bevestigt Zijn voornemen. Hij werkt aan een plan en voert het ook uit. “HEERE is Zijn Naam.” Dat is de garantie voor alles.

Als Hij Zich zo heeft voorgesteld, moedigt Hij Jeremia aan om tot Hem, die HEERE, te roepen (Jr 33:3; Mt 7:7-8). Hij verzekert hem dat Hij hem zal antwoorden. In dat antwoord zal Hij hem “grote en onbegrijpelijke dingen bekendmaken”. De dingen die Jeremia niet weet en geen mens kan weten, omdat die buiten zijn menselijke begrip en kennis liggen, zal de HEERE hem vertellen als hij tot Hem roept.

Dit is ook een grote aansporing voor ons om tot Hem te roepen. Hij wil dingen bekendmaken die boven het menselijke begrijpen liggen en die een Goddelijke openbaring vereisen.

Copyright information for DutKingComments