Jeremiah 35:12-16

Het verwijt aan Juda

Na dit voorbeeld van gehoorzaamheid van de Rechabieten aan het woord van hun voorvader Jonadab komt het woord van de HEERE tot Jeremia (Jr 35:12). We krijgen nu te horen waarom het voorgaande heeft plaatsgevonden. Het is niet om Israël te laten leven zoals de Rechabieten dat doen, maar om de trouw van de Rechabieten aan het woord van hun voorvader aan het ontrouwe Israël voor te houden. Israël moet bijvoorbeeld wel wijngaarden planten en mag in steden wonen.

Met de woorden “ga zeggen” geeft de HEERE Jeremia de opdracht de kamer uit te gaan en naar de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem te gaan om hun de vraag te stellen of zij niet zullen luisteren naar de woorden van de HEERE (Jr 35:13). Hier blijkt dat de handeling in de tempel een symbolische betekenis heeft. De HEERE trekt een vergelijking tussen Zijn woorden aan de kinderen van Israël en de woorden van Jonadab aan zijn kinderen (Jr 35:14). Jonadab heeft zijn kinderen geboden geen wijn te drinken en zij hebben daarnaar geluisterd en geen wijn gedronken tot op deze dag. De HEERE heeft Zijn volk keer op keer opgeroepen tot gehoorzaamheid, maar zij hebben niet naar Hem geluisterd.

De HEERE heeft telkens weer Zijn dienaren, de profeten, tot Zijn volk gezonden met de oproep zich te bekeren (Jr 35:15). Hij heeft hun ook beloofd dat ze dan in het land zullen blijven. Maar Hij moet constateren dat zij niet hebben geluisterd. Ja, de kinderen van Jonadab, de man die niet tot Gods volk behoort en zijn nageslacht ook niet, hebben gedaan wat Zijn volk weigert te doen (Jr 35:16).

Het contrast is groot. Jonadab is een mens en zijn nageslacht luistert naar hem. De HEERE is de eeuwige God en Zijn volk luistert niet naar Hem. De Rechabieten worden tot voorbeeld gesteld aan Juda en Jeruzalem. Juda en Jeruzalem, die zo bevoorrecht zijn, zullen vanwege hun ongehoorzaamheid, hun onwilligheid om te luisteren of zelfs maar te reageren op Gods roepen, gestraft worden (Jr 35:17).

Copyright information for DutKingComments