Jeremiah 39:16

Belofte voor Ebed-Melech

De HEERE vergeet niets van wat iemand voor Hem of de Zijnen heeft gedaan. Voordat de stad is gevallen en Jeremia nog gevangenzit, is het woord van de HEERE nog tot hem gekomen met een boodschap voor Ebed-Melech (Jr 39:15). Hij moet Ebed-Melech, de Cusjiet, het woord van de HEERE van de legermachten, de God van Israël brengen (Jr 39:16).

Eerst wijst de HEERE erop dat Hij Zijn woorden van onheil over de stad zal brengen. Ebed-Melech zal dat zelf zien. Maar de HEERE zal hem redden (Jr 39:17). Hij is wel bang voor de Chaldeeën, want hij is een dienaar van Zedekia geweest. Misschien is hij ook nog bang voor de mannen die Jeremia hebben willen doden omdat hij Jeremia uit de put heeft geholpen waar zij hem in hadden gegooid. De man die zo’n dappere geloofsdaad heeft verricht, zullen ze dat betaald willen zetten.

Maar hij heeft de HEERE, de Koning van de koningen, gediend, en Die belooft dat Hij hem “beslist bevrijden” (Jr 39:18) zal uit alle gevaren. Het zwaard zal hem niet treffen, hij zal in leven blijven. De reden daarvan is: “Omdat u op Mij hebt vertrouwd.” God eert hen die Hem eren. Laten ook wij de risico’s van het geloof nemen in de weg van gehoorzaamheid en zo het evangelie versieren.

Copyright information for DutKingComments