Jeremiah 44:11

Waarschuwing voor straf

De straffen die in deze verzen door de HEERE aan hen worden voorgehouden, zijn het gevolg van hun eigenwillige, verkeerde keus. Als de straffen komen, kunnen ze alleen zichzelf daarvoor verwijten maken. Omdat ze zo volharden in hun zonden, zal de HEERE Zijn aangezicht niet ten goede, maar ten kwade tegen hen richten (Jr 44:11). In plaats van hen op te bouwen en te beschermen zal Hij heel Juda uitroeien.

Het gaat om mensen die “hun zinnen erop gezet hebben” om naar Egypte te gaan om daar als vreemdeling te verblijven (Jr 44:12). Wie zijn zinnen ergens op zet, is niet meer vatbaar voor correctie. Daarom moet het oordeel over hen luiden dat ze allen in Egypte door het zwaard en de honger zullen omkomen, van klein tot groot. In plaats van een zegen voor de omgeving te zijn zal hun omgeving hen vervloeken en verschrikken, omdat ze een vloek en een smaad over hun omgeving brengen.

De Egyptenaren zullen zien hoe de Judeeërs worden gestraft door de HEERE, dat het zal zijn op dezelfde manier als Hij hen strafte in Jeruzalem (Jr 44:13). De HEERE weet waar Zijn volk is en treft hen daar waar ze zijn met het zwaard, de honger en de pest. Niemand zal ontkomen aan Zijn oordeel (Jr 44:14). Ze zijn gevlucht met de gedachte in Egypte tijdelijk een veilig heenkomen te vinden. Het is alleen om er als vreemdeling te verblijven, zo menen ze. Het is niet de bedoeling zich daar voorgoed te vestigen. Nee, ze verlangen ernaar om, als de kust weer veilig is, naar Juda terug te keren en daar weer te wonen.

Maar de HEERE zegt: “Nee, zij zullen niet terugkeren.” Toch zien we dan dat de HEERE ook hier nog enkelen zal laten ontkomen. Hij houdt een overblijfsel naar de verkiezing van de genade in stand. Mogelijk betreft dit enkelen die tegen hun wil meegenomen zijn naar Egypte.

Copyright information for DutKingComments