Jeremiah 46:13

De komst van Nebukadnezar

De farao heeft wel geprobeerd Babylon in zijn eigen land te verslaan, maar met een slecht resultaat, want de HEERE ondersteunt Nebukadnezar. De HEERE maakt aan Jeremia bekend dat Hij Nebukadnezar naar Egypte zal sturen om het land te slaan (Jr 46:13). Jeremia moet wat de HEERE tegen hem zegt over de komst van Nebukadnezar in Egypte in de grote steden van Egypte bekendmaken (Jr 46:14). Hij moet hun zeggen dat ze zich gereed moeten maken voor de strijd. De vijand komt eraan en heeft zich een weg gebaand naar die steden door alles op zijn weg daarheen te doden met het zwaard.

Opnieuw laat Jeremia het resultaat horen (Jr 46:15). Hij vraagt waarom de machtigen zijn weggevaagd. Tegelijk geeft hij zelf het antwoord. Ze hebben geen stand kunnen houden omdat de ware Machtige, de HEERE, hen heeft verjaagd. De HEERE ondersteunt het leger van Babel. Dan is er ook geen vechten tegen. Hij heeft de grote verliezen veroorzaakt en ervoor gezorgd dat ze over elkaar zijn gevallen in plaats van elkaar te helpen (Jr 46:16). De reactie van de soldaten van Egypte is om te vluchten, terug naar waar ze vandaan zijn gekomen, weg van het zwaard van de onderdrukker.

In hun land komen ze in opstand tegen de farao (Jr 46:17). Ze noemen hem een grootspreker. Hij heeft met een grote mond tegen hen gezegd dat ze onverslaanbaar zijn. Maar het respect voor hem is verdwenen. Hij heeft de tijd niet goed ingeschat en te laat gereageerd op de dreiging van de vijand. Daarom komen ze in opstand tegen hem. De Heer Jezus zal tegen veel mensen zeggen, wanneer ze voor Zijn troon staan, dat ze grootsprekers zijn en dat ze het juiste moment om zich te bekeren voorbij hebben laten gaan.

Nog eens bevestigt de HEERE dat de taferelen die Hij zojuist heeft beschreven, geen verzinsels zijn (Jr 46:18). Hij zegt dat als “de Koning”, Wiens Naam “HEERE van de legermachten is”. Hij staat boven de farao, de koning van Egypte, en alle koningen, en Hem staan alle hemelse en aardse legermachten ter beschikking. Als Hij spreekt, wie zal het keren?

Hij wijst op de stabiliteit van de Tabor en de Karmel. Zo vast als die bergen staan, zo zeker is het dat Nebukadnezar zal komen. Die zekerheid ligt in het feit dat de HEERE Zelf de komst van Nebukadnezar bewerkt. Op de berg de Tabor heeft de HEERE Barak een grote overwinning over de Kanaänieten gegeven (Ri 4:14-15) en op de Karmel heeft Elia vierhonderdvijftig valse profeten van Baäl gedood (1Kn 18:19-20; 40).

Hij geeft de Egyptenaren de raad om hun huisraad bij elkaar te pakken en te vluchten (Jr 46:19). Weerstand bieden tegen de vijand heeft geen zin. Hij spreekt Egypte aan als “inwoonster, dochter van Egypte”. Dat zijn de vrouwen die thuis achtergebleven zijn. Ze worden gewaarschuwd voor de verwoestingen die de vijand zal aanrichten in hun woonplaats. Er zal geen inwoner meer overblijven.

Copyright information for DutKingComments