Jeremiah 50:19

Vertroosting voor Israël

Na de beschrijving van het oordeel over Babel komt nu weer een woord over Israël (Jr 50:17). Gods volk wordt vergeleken met een in het nauw gedreven schaap dat door twee leeuwen is opgejaagd. De ene leeuw is de koning van Assyrië, de andere de koning van Babel. Zij hebben niets van Israël overgelaten. Daarom zal de HEERE beide volken straffen (Jr 50:18). Assyrië is al gestraft, doordat het is prijsgegeven aan de macht van Nebukadnezar. De koning van Babel zal hetzelfde lot ondergaan als Assyrië en op zijn beurt geoordeeld worden door een volgend wereldrijk dat God daarvoor verwekt, namelijk de Meden en Perzen.

Zoals God volken straft voor hun harteloze gedrag tegenover Zijn volk, zo zal Hij Zich over Zijn volk ontfermen (Jr 50:19). Hij zal Zijn volk terugbrengen naar zijn woonplaats en het daar in rust en vrede laten wonen: dat is Karmel in het noordwesten, Basan in het noordoosten, Efraïm, het tienstammenrijk in het land en Gilead in het Overjordaanse. Dat zal gebeuren “in die dagen en in die tijd”, dat zijn de dagen en de tijd van het toekomstige vrederijk (Jr 50:20).

Dan zal het hele volk, Israël en Juda, hersteld zijn in het land omdat het vrij is van zijn ongerechtigheid en zijn zonden. Dit is omdat de HEERE vergeving heeft geschonken aan het overblijfsel dat “heel Israël” is (Rm 11:26). Daarom is elke zoektocht naar ongerechtigheid of zonde zinloos. Zo doet God als Hij zonden vergeeft: Hij delgt ze uit en ze zijn verdwenen, ook uit Zijn gedachten. Dat kan omdat Christus de zonden heeft gedragen van hen aan wie ze vergeven zijn, en ze zijn vergeven aan ieder die zich bekeert met berouw over zijn zonden en gelooft in de Heer Jezus.

Copyright information for DutKingComments