Jeremiah 51:28

De naties bevolen

Weer luidt het woord van de HEERE de banier omhoog te heffen in het land, dat is in het land dat de aanval op Babel moet uitvoeren (Jr 51:27). Andere volken worden door middel van de bazuin opgeroepen zich aan te sluiten. Er moet een aanvoerder komen en een menigte van paarden. Alles wat al onder de heerschappij van de koningen van Medië is gebracht, moet worden ingezet (Jr 51:28). Babel zal beven en pijn lijden (Jr 51:29). De HEERE heeft het immers besloten en het staat vast. Daaraan is niets meer te veranderen. Babel zal een woestenij worden.

De helden van Babel zien de zinloosheid in om te strijden tegen de geweldige overmacht (Jr 51:30). Ze blijven in de bergvestingen, niet om zich te verdedigen, maar om zich te verbergen voor de oprukkende vijanden. De macht die ze hebben bezeten, is “opgedroogd”, elke vitaliteit is verdwenen; ze zijn zwak als vrouwen. Hun woningen, waarmee wel kazernes bedoeld kunnen zijn, waar de helden, de soldaten, gelegerd zijn, zijn in brand gestoken. Die forten zijn nu voor iedereen toegankelijk, want de grendels zijn stukgebroken.

De koning van Babel wordt in razend tempo door een estafette van ijlboden en boodschappers op de hoogte gesteld hoe het er met “zijn stad” voorstaat (Jr 51:31). Hij krijgt te horen dat de stad aan alle kanten wordt ingenomen en dat de vluchtwegen via de doorwaadbare plaatsen van de Eufraat bezet zijn (Jr 51:32). Ontkomen is onmogelijk.

Zich verstoppen in het riet is ook niet mogelijk, want het riet is verbrand. Op menselijke steun hoeft hij ook niet te rekenen, want de strijdbare mannen zijn door schrik overmand en verlamd. De HEERE van de legermachten, de God van Israël, zegt dat Hij de dochter van Babel tot een dorsvloer maakt (Jr 51:33). Die dorsvloer zal worden aangestampt door de oordelen die erover komen. De oogst is aanstaande, de oogst van het oordeel.

Veel van wat hier is beschreven, wordt door de Meden en Perzen vervuld als zij Babel veroveren (Dn 5:30). De volle vervulling zal echter in de eindtijd plaatsvinden (Op 18:1-19).

Copyright information for DutKingComments