Jeremiah 9:11

Het dreigende oordeel

Jeremia ziet de resultaten van Gods oordelen. Hij weent erover en heft er een rouwklacht over aan (Jr 9:10). Om hem heen is de grond zwartgeblakerd. De weg is onbegaanbaar voor mensen, en voor het vee is er niets op de weiden te vinden, want alles is verbrand. Alle vogels en dieren zijn verdwenen, gevlucht. Daardoor wordt er geen geluid van gedierte gehoord. In Jeruzalem zullen geen inwoners meer zijn (Jr 9:11). Wie er wonen, zijn de jakhalzen. Ook de steden van Juda zullen geoordeeld worden, zodat er niemand meer woont.

De wijze is hij die uit alles de les trekt dat alleen de vreze van de HEERE rust en vrede geeft (Jr 9:12). Zo iemand begrijpt Gods bedoelingen met Zijn handelingen en zal Gods hart leren kennen en dat ook aan anderen kunnen bekendmaken. Maar zulke wijzen zijn er niet. Daarom geeft de HEERE Zelf het antwoord en zegt dat de oorzaak van alle ellende is dat zij Zijn wet hebben verlaten (Jr 9:13). In plaats van naar de HEERE te luisteren zijn ze achter de ingevingen van hun verharde hart en achter de Baäls aan gegaan (Jr 9:14). Dat hebben ze niet van de HEERE, maar van hun vaderen geleerd.

Daarvoor kunnen ze niet hun vaderen de schuld geven, maar het is hun eigen schuld, want zij zijn “achter hun verharde hart aan gegaan”. Een dief zal van de rechter geen strafvermindering krijgen als hij vertelt dat zijn vader hem het ‘dievenvak’ heeft geleerd en dat hij daardoor een dief is geworden. De oorsprong van hun zondige weg en handelingen ligt in hun verharde hart. Hier ligt ook het verschil tussen de wijze en de dwaas.

De HEERE zal hen daarom de gevolgen van hun eigen daden laten dragen. Hij zal hun, “dit volk” dat er nu is, “alsem te eten en galwater te drinken” geven (Jr 9:15). Dit herinnert aan de waarschuwing van Mozes (Dt 29:18; Jr 8:14; Op 8:11). Alsem is een plant met een zeer bitter sap; galwater komt van een giftig, bitter kruid. Zij stellen het bittere lijden voor van de val van het koninkrijk. Bij gehoorzaamheid zouden ze in overvloed honing te eten en melk te drinken hebben gehad.

Maar daarmee is het lijden niet ten einde. De HEERE zegt dat Hij hen ook zal verspreiden onder de heidenvolken (Jr 9:16). Ze zullen uit hun land weggevoerd worden. Deze bezoeking is al aangekondigd door Mozes (Lv 26:33; Dt 28:64). In het land van hun ballingschap zijn ze ook nog niet aan het einde van hun lijden. De HEERE zal het zwaard achter hen aan zenden en dan pas zal voor hen het einde komen. Deze verdelging betreft de goddeloze leden van het volk.

Copyright information for DutKingComments