Job 15:16

De heiligheid van God

In zijn eerste rede heeft Elifaz al over de heiligheid van God gesproken (Jb 4:17-19). Hier doet hij dat opnieuw en vat daarmee zijn eerste betoog in enkele woorden samen. Hij wil Job ervan overtuigen dat diens beroep op zijn onschuld geen grond heeft. Er is namelijk geen sterveling die zuiver is voor God (Jb 15:14). Geen mens die ooit uit een vrouw is geboren, is rechtvaardig. Daarmee vertelt hij Job niets nieuws. Job heeft dat zelf al gezegd (Jb 14:4). Het lijkt erop dat Elifaz niet goed naar Job heeft geluisterd.

Hij past alles allemaal alleen op Job toe en vergeet dat hij zelf ook een mens is. Hij oordeelt, maar vergeet zichzelf te oordelen (vgl. Rm 2:1). Hij zou er goed aan doen zijn plaats naast Job in te nemen, zoals Elihu dat later doet (Jb 33:6). Hij is net als Job een sterveling en geboren uit een vrouw en daarom net zomin zuiver en rechtvaardig tegenover God als Job.

God vertrouwt volgens Elifaz zelfs niet op “Zijn heiligen”, dat zijn de engelen (Jb 15:15). ‘Vertrouwen op’ heeft hier de betekenis van ‘bouwen op’. Niet alleen de aarde met de mensen, maar ook de hemel met de hemelse wezens is niet zuiver in Gods ogen (vgl. Jb 25:4-5). Ze zijn allemaal schepselen van Hem, en als Schepper hoeft Hij niet te bouwen, te vertrouwen, op Zijn schepselen. Het klinkt indrukwekkend, maar wat voor bewijs heeft Elifaz voor zijn beweringen? Dat God niet vertrouwt op enig schepsel hoort tot Zijn Wezen. Hij is de volmaakt Onafhankelijke, Die alles in Zichzelf vindt. Alles buiten Hem moet op Hem vertrouwen.

Als God niet vertrouwt op hen die zo dicht bij Hem zijn, en Zijn woonplaats “de hemel” zelfs niet zuiver is in Zijn ogen, hoe moet Hij dan een man als Job zien? Dat kan niet anders zijn dan als “afschuwelijk en verdorven” (Jb 15:16; vgl. Jb 25:6). Elifaz tekent Job hier als iemand van wie God een afschuw heeft, iemand die Hij als verdorven ziet. De reden voor Gods afschuw, zo verklaart Elifaz, is dat Job iemand is “die het onrecht indrinkt als water” (vgl. Jb 34:7; Sp 19:28). Zo is zijn hele leven geweest en zo is het nog steeds. Jobs leven is vanaf het begin tot nu toe doordrenkt van onrecht. Daarom is hij in deze ellende gekomen en daarom bevindt hij zich nog steeds daarin.

Copyright information for DutKingComments