Job 22:23

Laatste oproep tot bekering

Na zijn grove beschuldigingen roept Elifaz Job op om zich te bekeren, met daaraan gekoppeld beloften van zegen (Jb 22:21-30). We horen in de vermaningen wel nog steeds dezelfde beschuldiging dat hij zich tegen God verzet. Job blijft voor hem een slecht mens. Maar, zo belooft hij Job, als hij zijn verzet staakt en zich aan God onderwerpt, zal hij rijk gezegend worden.

Los van het verband waarin deze woorden worden gesproken, kunnen we ze toepassen op ons persoonlijke geloofsleven. Ze houden voor ons waardevolle vermaningen en motiverende zegeningen in. Het uitgangspunt is de oproep om ons aan God te onderwerpen en ons niet tegen Hem te verzetten. Het resultaat is dat we rijke zegeningen zullen ontvangen. Laten we daarom goed luisteren naar deze op zichzelf prachtige boodschap en die ter harte nemen en uitwerken in ons leven.

Elifaz begint met tegen Job te zeggen dat hij zich aan God moet gewennen (Jb 22:21). Als Job zich nou maar gewoon neerlegt bij Gods handelen met hem, zal hij weer vertrouwelijke omgang met God hebben en daardoor vrede ervaren. Ook zal het goede – in stoffelijke en geestelijke zin – over hem komen. Uit de mond van Elifaz is het een kille oproep die gericht is aan iemand die worstelt met God en er nog niet uit is. Elifaz vat deze worsteling met God op als verzet tegen God. Daarom zijn al die rampen ook over Job gekomen, volgens Elifaz.

Het woord van Elifaz is een belangrijk woord, niet om dat aan anderen voor te houden, maar aan onszelf. Gewennen aan God wil zeggen, gewoon raken aan God door een dagelijkse omgang met Hem. Dan raken we er niet van ondersteboven als dingen anders gaan dan wij dachten, maar accepteren we dat Hij het beste met ons voorheeft, ook al kunnen we niet altijd begrijpen waarom Hij zo met ons handelt. Het heeft te maken met het kennen van God, met Zijn manier van handelen.

Het resultaat is dat we vrede in ons hart hebben. Er is geen vrede als we op voet van oorlog met God leven. Als we aan Hem gewend zijn, aan Zijn handelwijze, daalt er vrede in ons leven neer. Die vrede is een weldaad voor ons verstand, ons denken, voor ons geweten, voor ons lichaam. Zolang we kritiek op Hem hebben en Hem willen voorschrijven hoe Hij moet handelen, kennen we die vrede niet.

Job moet zich ervoor openstellen onderricht uit de mond van God te ontvangen, van welke inhoud dat onderwijs ook mag zijn (Jb 22:22). De woorden die hij uit Gods mond hoort, moet hij vervolgens in zijn hart leggen. Het wil zeggen de waarheid van God omarmen en die niet vergeten. Dat is ook voor ons een belangrijk woord. Staan wij open voor het onderwijs uit Gods Woord en willen we het in ons hart opnemen? Dan alleen kan het onze diepste gevoelens en al onze daden besturen, want uit het hart ”zijn de uitingen van het leven” (Sp 4:23).

Elifaz veronderstelt nog steeds dat Job een onboetvaardige zondaar is. Hij moet zich daarom eerst bekeren tot de Almachtige (Jb 22:23). Daarna kan alles wat afgebroken is weer “gebouwd” worden. Hij zal dan weer gezond worden, in voorspoed leven en genieten van een gelukkig gezinsleven. Hij kan de echtheid van zijn bekering laten zien door het onrecht ver weg van zijn tent te doen. Als hij de zonde maar uit zijn leven bant, is de weg naar herstel voor hem geopend.

Job krijgt van Elifaz de raad om het goud “in het stof” te laten liggen, ja, het zuivere goud van Ofir (vgl. 1Kn 9:28) tussen de stenen van de rivierbeddingen (Jb 22:24). Dat betekent dat Job voortaan zijn vertrouwen niet meer moet stellen op zijn rijkdommen, maar op God alleen. Dan zal God de Almachtige zijn goud en zijn schatten aan zilver zijn, ja, Hij zal zijn ware schat zijn (Jb 22:25).

Ook wij mogen zoeken naar die schatten "die boven zijn, waar Christus is" (Ko 3:1), "in Wie al de schatten van de wijsheid en kennis verborgen zijn” (Ko 2:3).

Copyright information for DutKingComments