Job 28:12

Niet geopenbaard door de natuur

Job heeft beschreven welke inspanningen de mens bereid is te leveren en wat hij allemaal waagt om edelmetalen uit de aarde op te diepen. In de volgende verzen vergelijkt hij deze intensieve werkzaamheden met de pogingen van de mens om wijsheid te krijgen. De mens weet waar edelmetalen te vinden zijn, maar “de wijsheid”, waar is die te vinden (Jb 28:12)? Wijsheid is een onvergelijkbaar grotere schat dan het kostbaarste edelmetaal dat in de aarde verborgen ligt en waarvan de waarde ook nog eens van voorbijgaande aard is. En waar moet “het inzicht” gezocht worden, op welke plaats?

De constatering is dat mensen daarnaar niet met dezelfde bezieling en overgave zoeken als waarmee zij naar bodemschatten zoeken. Ze kennen de waarde ervan niet, noch de weg erheen (Jb 28:13-14). De bronnen of vindplaatsen van de wijsheid liggen dan ook niet in de natuur of “in het land van de levenden”, dat wil zeggen in de mens. Er moet hoger worden gekeken dan de aarde en de mens om de ware wijsheid te vinden. De wijsheid is niet te vinden in of op de aarde, maar is verborgen in God.

De wijsheid is nergens in de natuur door de natuurlijke mens of enig schepsel te ontdekken. In een prachtige personificatie zeggen de watervloed en de zee dat zij geen wijsheid herbergen. De diepste duikers in de diepten van de oceanen en zij die over zee de verst verwijderde plaatsen aandoen, ontdekken niets van de wijsheid van God. Om de wijsheid te ontdekken moeten ze eerst aanvaarden dat God er is. Dan pas kunnen ze zien dat Hij Zijn werken alle met wijsheid heeft gemaakt (Ps 104:24).

De menselijke inspanning en het menselijk verstand schieten volledig tekort om tot kennis van de wijsheid van God te komen (1Ko 1:21). De wijsheid van God is voor ons te vinden in Christus, want Hij is de “wijsheid van Godswege” (1Ko 1:30; Ko 2:3). En in Christus kunnen we aan God de ons ontbrekende wijsheid vragen (Jk 1:5).

Copyright information for DutKingComments