Job 28:28

De openbaring

Hier zien we hoe de mens, als hij eenmaal weet waar de wijsheid is, deze wijsheid kan krijgen. Dat is door het vrezen van de Heere (Adonai). Dit is wat Job heeft gedaan, evenals dat hij zich heeft afgekeerd van het kwade (Jb 1:1). Deze twee gaan altijd samen. Wie God vreest, kan niet anders dan het kwade haten en er zich van afkeren. Wijsheid is niet waarheid zonder meer, maar waarheid toegepast op het geweten. Dat wil zeggen waarheid die de mens op zijn ware plaats zet en hem in staat stelt te ontvangen wat God heeft te zeggen. Het gevolg is dat het kwade de rug wordt toegekeerd.

De “vreze des Heeren” doet de mens buigen voor Hem, voor Wie de serafs hun aangezichten bedekken. Die vrees is geen angst, maar ontzag en eerbied, aanbidding. Als deze vrees er is, kan God overal worden gezien: in de diepte, op aarde en in het luchtruim, overal in het universum (Ps 111:10; Sp 1:7; Sp 9:10; Pr 12:13). De materialistische mens ziet het vrezen van God niet als waardevol. Hij is alleen uit op materialistisch voordeel voor dit leven.

God is de “alleen wijze God” (Rm 16:27). Job weet dat hij de wijsheid niet bezit en dat ook de vrienden die niet bezitten en dat zij alleen bij God te vinden is. De reikwijdte van deze woorden zal hij pas aan het einde van het boek zelf ondervinden.

Copyright information for DutKingComments