Job 29:19

Uitzicht op voortdurende voorspoed

Al de eer die hij kreeg en de weldaden die hij deed, maakten het leven voor Job bijzonder aangenaam. Hij rekende ook op een lang leven als een beloning voor zijn inzet voor anderen. Deze gedachte als zodanig vinden we ook in de Schrift (Dt 5:33). En Job zal dat nog krijgen ook (Jb 42:17)! Dat zal echter pas gebeuren nadat hij oog in oog met God heeft gestaan en zichzelf heeft veracht en berouw heeft gehad en boete heeft gedaan in stof en as (Jb 42:6).

Hij is dan bevrijd van alle verwachtingen die gebaseerd waren op dingen die tot de aarde behoren, hoe goed die dingen in zichzelf ook kunnen zijn. Alles wat God in de schepping heeft gegeven, is goed, maar het is niet goed daar ons vertrouwen op te stellen. God wil ons leren alleen op Hem te vertrouwen. Hij wil dat we alles alleen van Hem verwachten en niet van enige eigen prestatie.

Job had gedacht in zijn “[eigen] nest” te sterven, dat wil zeggen in zijn eigen huis, omringd door zijn vrouw en kinderen en in het bezit van al zijn goederen (Jb 29:18). Hij meende een natuurlijke dood te zullen sterven, zonder rampen en leed, na een aantal dagen dat ontelbaar was “als het zand”, dat wil zeggen op hoge leeftijd.

In een volgende vergelijking zegt hij dat hij zichzelf zag als een boom geplant aan het water als een beeld van voortdurende levenskracht (Jb 29:19). Daaraan voegt hij het beeld van de dauw toe die op de twijgen van de boom overnachtte. Ook in de nacht was er voor hem die weldadige verkwikking. Een dergelijke boom verdort niet en houdt niet op vrucht te dragen (Jr 17:8; Ps 1:3). Hoe schril steekt zijn huidige situatie daartegen af.

Job ontving eer voor wat hij deed. Elk nieuw optreden in welwillendheid leverde hem aanvullende, nieuwe eer op (Jb 29:20). In plaats van een afname van kracht was er telkens vernieuwing van kracht – de boog is een beeld van kracht (Gn 49:24; 1Sm 2:4). Dat kan slaan op lichamelijke en op geestelijke kracht (vgl. Js 40:31).

Copyright information for DutKingComments