Job 36:24

Maak Gods werk groot!

Jb 36:22 begint met “zie”, evenals Jb 36:26 en Jb 36:30. Elihu keert terug naar zijn uitgangspunt (Jb 36:5) en wijst Job op de hoge verhevenheid die God door Zijn kracht heeft. Hij is de almachtige God, Die alles in de hand heeft en alles bestuurt naar Zijn raad. Als ver boven de mens verheven buigt Hij Zich neer tot die nietige mens om hem onderwijs te geven. Dat doet Hij op onnavolgbare wijze. Niemand is Hem als Leraar gelijk.

God geeft Zijn onderwijs in de schepping en in het leven van individuele mensen. Elihu zegt hier als het ware tegen Job dat God hem in de uitoefening van Zijn kracht lessen te leren geeft. In alles wat God over Job heeft gebracht, laat Hij zien dat Hij Job wil vertellen Wie Hij is en wie Job is. Job krijgt privéles van God, want God is ten zeerste in Job persoonlijk geïnteresseerd en met hem begaan.

God stelt Zijn lessen voor Job, en ieder mens, Zelf samen (Jb 36:23). Niemand schrijft Hem die voor. Niemand zegt hoe Hij les moet geven, welke praktijkoefeningen Hij moet laten uitvoeren. Niemand ook kan tegen Hem zeggen dat Hij onrecht doet bij de lesstof die Hij voor ieder persoonlijk heeft. Hij stelt het pakket samen met de zorgvuldigheid die Hem eigen is. Nooit draagt Hij iemand meer op dan hij of zij kan dragen (1Ko 10:13). Hij kent ons door en door en weet precies wat we moeten leren en daarop stemt Hij de lessen af. Al Zijn werken zijn bijzondere lessen voor ons.

Daarom is het gepast voor Job dat hij Gods werk groot maakt (Jb 36:24) in plaats van zich daarover te beklagen. Gods daden nodigen uit die te bezingen. Dat hebben mensen door de eeuwen heen gedaan en dat past ook ons. Daarvoor zijn we ook geschapen. Door de zonde doen de mensen dat niet meer. Als we gered zijn door het bloed van Christus, hebben we des te meer reden om Gods werk, dat Hij in de verlossing heeft verricht, te bezingen.

“Alle mensen”, zonder uitzondering, zien de zon, de maan en de sterren; ze zien de stormen, de regen en de bliksem (Jb 36:25). Daarin kunnen ze Zijn hoogverheven kracht waarnemen. Alle mensen zien ook Zijn werk in het leven van andere mensen als Hij hen in beproeving brengt, of in rampen in de natuur. Daartegenover is de mens nietig. Elihu spreekt daarom over “de sterveling”. Hij staat erbij, aanschouwt het, en staat er op grote, niet te berekenen afstand van.

Die afstand is letterlijk als het om hemellichamen gaat. Die afstand is geestelijk als het gaat om wat iemand persoonlijk kan treffen. De vrienden zagen het lijden van Job van ver (Jb 2:12). De afstand in kilometers is niet gebleven, want ze zijn bij hem gaan zitten, maar de geestelijke afstand met betrekking tot het begrijpen van Jobs lijden is gebleven.

Copyright information for DutKingComments