Job 36:5

God veracht niets

In Jb 36:5 begint Elihu woorden te spreken die zijn Schepper gerechtigheid geven, zoals hij in Jb 36:3 heeft gezegd. In verwondering roept hij uit dat God machtig is en dat Godsvrucht of goddeloosheid Hem niet onverschillig laten. Die combinatie is onder mensen zeldzaam. Machtige mensen verachten bijna altijd de mensen die geen macht hebben. Zo is God niet. God is machtig, maar dat betekent niet dat Hij de nietige mens veracht. De macht van God ligt namelijk in “de kracht van [Zijn] hart”. Het woord ‘hart’ kan ook vertaald worden met ‘wijsheid’ of ‘verstand’. Het wil zeggen dat Zijn macht ligt in Zijn liefde, Zijn wijsheid, Zijn verstand. Liefde, wijsheid, verstand liggen ten grondslag aan alles wat Hij in Zijn macht doet. Dat maakt Hem zo bewonderenswaardig!

Zijn wijsheid is machtig en krachtig. Dat komt tot uiting in Zijn kennis van de goddeloze en de ellendigen (Jb 36:6). Hij weet wie een goddeloze is en wat Hij met zo iemand moet doen en Hij weet wie de ellendigen zijn en wat Hij met hen moet doen. De goddeloze laat Hij niet leven, al lijkt het hem nog zo voor de wind te gaan. De ellendigen verschaft hij recht, al lijkt alles tegen hen te zijn. Job is een ellendige, daarom mag hij weten dat God acht op hem slaat en hem recht zal verschaffen.

De rechtvaardige kan het wel eens zo ervaren, dat God Zijn ogen van hem aftrekt, dat Hij hem niet ziet (dat is zo bij Job). Maar God trekt Zijn ogen niet van hem af (Jb 36:7). Elihu zegt dat op een manier waaruit blijkt dat God dat niet kan, zozeer staat de rechtvaardige in Zijn belangstelling (Ps 34:16a). Hij houdt hem constant en nauwlettend in het oog en slaat hem gade, ook al ervaart de rechtvaardige dat misschien niet altijd. God weet dat de rechtvaardige lijdt en schenkt hem Zijn volle aandacht.

Uiteindelijk zal Hij “hen voor altijd met koningen op de troon” plaatsen. Dan tilt Hij hen uit alle ellende en verheft hen tot een plaats van eer en regeren waaraan nooit een einde komt. Dat zal Hij in de toekomst doen (Op 3:21; Op 20:4; 6; Op 22:5). Dit zien we in zekere zin in het einde van de Heer met Job (Jb 42:10-17; Jk 5:11).

Copyright information for DutKingComments