Job 7:21

Zijn beroep met het oog op de zonde

Hier spreekt Job over zijn zonde, dat wil zeggen vragenderwijs (Jb 7:20). Het is geen belijdenis. Job heeft nog een lange weg te gaan voordat hij tot de belijdenis komt die hij aan het einde van het boek uitspreekt (Jb 39:36-38; Jb 42:6). Stel dat hij gezondigd zou hebben, wat moet hij dan doen? Het is niet de vraag van een overtuigd geweten, maar een ter verantwoording roepen van God. Wie kan zich tegen Hem verzetten? Als Hij naar zonde zoekt bij de mens, zal Hij die altijd wel vinden.

“Bewaker van de mens” is een naam die aangeeft dat God voor mensen zorgt en hen bewaakt of beschermt tegen het kwade (Js 27:3; Ps 12:8; Ps 31:24). Job gebruikt deze naam echter niet in die zin, maar in afkeurende zin. Hij ziet in God Iemand Die hem altijd maar nagaat en nooit met rust laat. Hij is Gods doelwit en hoe raakt God hem! Geen enkele pijl is mis, elke pijl is raak. God heeft het op hem gemunt. Hij stort al Zijn misnoegen over hem uit.

Het voelt voor Job dat hij zichzelf tot last geworden is. Dit is de zwaarste last die een mens maar te dragen kan krijgen. De last van een ander kunnen we nog dragen, maar er is niemand die ons eigen ik als last kan overnemen. Ieder kent ten diepste alleen de eigen nood. Er is ook geen grotere bevrijding dan die van onszelf, van ons eigen ik.

In Jb 7:20 spreekt Job over zijn (mogelijke) zonde. In Jb 7:21 vraagt hij waarom God hem zijn overtreding niet vergeeft als hij al gezondigd zou hebben. Hij vraagt ook waarom God zijn ongerechtigheid niet wegdoet. De reden geeft hij erbij en die is dat hij toch in het stof komt te liggen. Dan is hij er niet meer.

Job is wanhopig. Waarom kan God hem niet vergeven in plaats van door te gaan met Zijn straffende hand? Er is bij Job de behoefte om verlost te worden. Als God in staat is om te vergeven en te verlossen, waarom blijft Hij hem dan straffen? God schiet er immers niets mee op als Hij hem blijft straffen, want hij gaat toch sterven en zal in het stof liggen (Jb 3:13). Dan ziet God hem helemaal niet meer, ook al zou Hij nog zo ernstig zoeken.

Hoewel Job hier te menselijk over God spreekt, beluisteren we toch ook weer zijn verlangen naar God. Hij wil God niet loslaten en verwacht ook dat God hem niet loslaat, maar naar hem op zoek gaat.

Copyright information for DutKingComments