Joel 1:7

Mijn wijnstok, Mijn vijgenboom

Nadat God in het vorige vers over het land als “Mijn land” heeft gesproken, noemt Hij Israël hier “Mijn wijnstok” en “Mijn vijgenboom”. Wijnstok en vijgenboom gelden als symbolen van welstand, rust en vrede (1Kn 4:25; Mi 4:4). Wijnstok en vijgenboom worden vaker samen genoemd (Ps 105:33; Js 36:16; Jr 5:17; Hs 2:11). Het hout van deze bomen is waardeloos (Ez 15:1-5). Het gaat de landman bij de wijnstok en de vijgenboom ook niet om hout ervan, maar om hun vrucht. Die vrucht heeft Zijn volk niet aan Hem gegeven, maar voor zichzelf gehouden.

Daarom wordt nu wat een gave van God aan Zijn volk is, van hen weggenomen. En hoe radicaal. De sprinkhanen vreten niet alleen alle groen op, maar de bomen worden zelfs van hun schors ontdaan. Daarom dragen wijnstok en vijgenboom geen vrucht meer. In overdrachtelijke zin geldt dit voor Israël. Het levert sinds lange tijd geen vrucht meer voor God. Alles is ‘ontschorst’ en dood. Pas als de gemeente is opgenomen en God weer met Israël verdergaat, komt er nieuw leven, zoals Paulus zegt: “Wat zal hun aanneming anders zijn dan leven uit [de] doden?” (Rm 11:15).

Copyright information for DutKingComments