Joel 3:1

Inleiding

Dit hoofdstuk geeft een compleet beeld van de gebeurtenissen in de laatste dagen. Eerst gaat de HEERE Zijn volk bevrijden van hun vijanden. Alleen zoals God dat kan, zal Hij de vijanden bij elkaar brengen en gezamenlijk voor Zijn rechterstoel laten verschijnen. Hij zal ervoor zorgen dat elke misdaad door Israëls vijanden aan Zijn volk begaan, rechtvaardige vergelding zal krijgen (Jl 3:1-16).

Terwijl de vijanden geoordeeld worden, zal de HEERE voor Zijn volk een schuilplaats zijn. Het zal veilig bij Hem wonen (Jl 3:16b-17). Na de strafuitoefening voor de volken komt er voor Israël een tijd van overvloedige zegen (Jl 3:18-20). Het centrum van waaruit alle zegen komt, is de HEERE Die op Sion zal blijven wonen (Jl 3:21). Daarmee is tevens gewaarborgd dat de zegen zal voortduren.

Een keer in het lot van Juda en Jeruzalem

Juda en Jeruzalem zijn door de eeuwen heen vertrapt, verkwanseld, uitgemoord. Keer op keer hebben steeds andere volken er bezit van genomen. Sinds 14 mei 1948 is er wel een eigen staat Israël ontstaan, maar de druk van de volken is groot en hun afhankelijkheid van de Verenigde Staten ook. Het is nog geen volk dat het van de HEERE verwacht. Het steunt nog op eigen kracht en de kracht van zijn bondgenoten.

Dit handelen naar eigen inzicht en de opgevoerde druk zullen erop uitlopen dat ze de antichrist zullen aannemen, die in zijn eigen naam komt en zich aandient als Messias (Jh 5:43b). Op hem zullen ze hun hoop vestigen. De bevrijding wordt van hem verwacht. Dat zal echter tevergeefs zijn. De volken zullen naar Jeruzalem optrekken en de stad belegeren. De situatie wordt totaal hopeloos, zeker voor de getrouwen. De getrouwen zullen in die “tijd van benauwdheid voor Jakob” (Jr 30:7) bedreigd worden door vijanden van buitenaf en ook door hun afvallige volksgenoten die de antichrist achternagaan.

Maar dan komt de Heer Jezus van de hemel om hen te bevrijden. Met Zijn verschijning is het definitieve keerpunt in de geschiedenis van Juda en Jeruzalem aangebroken. De keer in het lot van Juda en Jeruzalem wordt gebracht als de nood het hoogst is. Daarna breekt direct de tijd van vrede en zegen aan. De volgende verzen laten zien wat de HEERE allemaal gaat doen om die tijd te laten aanbreken.

De “gevangenschap” van Juda en Jeruzalem en de verstrooiing van de tien stammen duurt nog steeds voort. Met de gevangenschap van Juda en Jeruzalem wordt bedoeld dat zij, hoewel er wel een eigen staat is, toch niet echt vrij zijn. Ze zijn met handen en voeten gebonden aan de steun van de Verenigde Staten, en ook goede betrekkingen met de Europese Unie zijn van wezenlijk belang. Hoewel hier niet over het Israël van de tien stammen wordt gesproken, zullen ook zij delen in de resultaten van het handelen van de Heer Jezus. Ook zij zullen in het land worden teruggebracht.

Copyright information for DutKingComments