John 1:51

Nederlandse verzen (51-52)

Grotere dingen

De Heer wijst Nathanaël erop dat zijn geloof is gebaseerd op zijn Joodse verwachtingen. Deze verwachtingen vinden hun grond in Psalm 2 waar wordt gesproken over Gods Koning voor Zijn volk (Ps 2:6-7). Dat is al een grote zegen, maar de zegen zal nog groter worden. De Heer zegt hem toe dat hij grotere dingen zal zien dan de dingen die met Israël in verbinding staan. Met een tweevoudig “voorwaar” en een nadrukkelijk “Ik zeg je” vertelt Christus wat de grotere dingen zijn die Nathanaël zal zien. Hij zal dingen zien die in verbinding staan met een hemel die geopend is boven Hem als “de Zoon des mensen”. Die dingen vinden we in Psalm 8, waar we zien dat God de Zoon des mensen heeft gesteld over alle werken van Zijn handen (Ps 8:4-9).

De titel ‘Zoon des mensen’ is de titel van de Heer Jezus die enerzijds ziet op Zijn verwerping – zie Mattheüs 8 (Mt 8:20), waar deze titel voor het eerst in het Nieuwe Testament voorkomt – en anderzijds op Zijn toekomstige heerlijkheid. Die heerlijkheid is niet alleen met Israël verbonden, maar met Zijn heerschappij over de hele schepping (Hb 2:5-8).

De Heer stelt Zich hier aan Nathanaël voor als de Zoon des mensen op aarde. We zien namelijk dat de engelen van God eerst opstijgen, dat wil zeggen dat Hij hen vanaf de aarde naar de hemel zendt en daarna dalen ze vanuit de hemel weer neer. De hemel is open, want overal waar Christus is, is de hemel open en is Hij het voorwerp van een geopende hemel (Mt 3:16; Mk 1:10; Lk 3:21; Hd 7:56; Op 19:11). Nu Hij in de hemel is, is die voor de gelovige open.

De Heer zegt tegen Nathanaël dat hij dit “van nu aan” zal zien. Hij zegt daarmee dat, wat in de toekomst voor iedereen zichtbare werkelijkheid zal zijn, voor het geloof nu al waar is. Dat kan Hij zeggen omdat het verbonden is met Zijn Persoon. In Hem zal alles vervuld worden. Hij, de eeuwige Zoon, zal als de Zoon des mensen op aarde in het vrederijk het middelpunt van het heelal zijn (Ef 1:10). Het geloof ziet dat nu al. De aarde zal verenigd zijn met de hemel; de Zoon des mensen zal over de hemel en de aarde regeren; en Zijn dienaren, de engelen, zullen de verbinding tussen de aarde en de hemel onderhouden (vgl. Gn 28:12).

Copyright information for DutKingComments