John 11:4

De Heer verklaart de reden van de ziekte

Als de Heer het bericht heeft gehoord, spreekt Hij in volkomen rust en zekerheid over het doel van deze ziekte. Hij plaatst de ziekte voor God en niet voor de dood. Deze ziekte, zo zegt Hij, zal dienen tot heerlijkheid van God en tot verheerlijking van de Zoon van God. Dat gebeurt niet door Lazarus te genezen, maar door hem te laten opstaan uit de doden. De opstanding ontvouwt de heerlijkheid van God op de hoogste wijze, meer dan iets anders en met het doel dat de Zoon van God erdoor wordt verheerlijkt. Door Hem, en op deze manier, wordt de wet van het loon van de zonde opgeheven. Hij laat zien dat de dood geen macht heeft over schapen die van Hem zijn (Jh 10:28-29; Rm 8:37-38).

Voordat de Heer tot handelen overgaat, spreekt Johannes over de liefde van de Heer voor de zusters en hun broer. Dat Hij nog niet direct tot handelen overgaat, is dan ook geen gebrek aan Zijn liefde voor hen. Dat wordt nog duidelijker als we zien dat Johannes voor de liefde van de Heer Jezus voor deze familie het woord voor de Goddelijke liefde gebruikt, terwijl de zusters tot Hem hebben gesproken over Zijn vriendschappelijke liefde voor Lazarus.

Verder is het mooi om te zien hoe Gods Geest Johannes leidt in het afzonderlijk noemen van de voorwerpen van de liefde van de Heer. Het valt op dat Martha hier met name wordt genoemd als door Hem geliefd en nog wel vóór haar zuster Maria. Het benadrukt Zijn speciale liefde ook voor Martha, waar wij misschien zouden denken dat Hij haar niet zo liefhad als Hij Maria liefhad (Lk 10:38-42). De Heiland wordt in Zijn liefde nooit beperkt door vooroordelen die wij zo vaak hebben.

Als Hij hoort van de ziekte van Lazarus, gaat Hij niet direct op weg. Iemand anders die liefde voor een zieke had en de kracht had om te genezen, zou direct in actie zijn gekomen. Maar de Zoon zoekt de heerlijkheid van God. Dat gaat echter nooit ten koste van de liefde voor de mens. Hij weet wat Hij gaat doen. Daarop moeten wij leren vertrouwen, juist als dingen onherstelbaar lijken te worden.

Door twee dagen te blijven waar Hij is, krijgt de ziekte de tijd om tot de dood te voeren en het lichaam tot ontbinding te laten gaan. Een oponthoud lijkt de zaak erger te maken, maar in Gods hand is een oponthoud een gelegenheid voor een grotere ontvouwing van Zijn heerlijkheid (vgl. Lk 8:40-56). Het ‘waarom’ van dit oponthoud staat in Jh 11:4.

De Heer had ook een woord kunnen spreken, zoals in het geval van de zoon van de hoveling (Jh 4:50) en van de slaaf van de hoofdman (Lk 7:7-10), maar Hij doet het niet. Het is treffend om te zien hoe Hij, in de nederigheid van een gehoorzame Dienaar, het kwaad volledig zijn loop laat hebben totdat de wil van Zijn Vader Hem roept om aan de macht van de satan het hoofd te bieden.

Copyright information for DutKingComments