John 11:53

Het arrestatiebevel

Niets wetend van de plannen van God gaan de goddeloze leiders voort met hun beraadslagingen. Het staat nu vast: Jezus moet worden gedood. Daarop zullen vanaf nu al hun inspanningen gericht zijn. Het is de zevende en laatste keer dat dit voornemen wordt vermeld.

De Heer is Zich volkomen bewust van hun moordzuchtige plannen en wandelt niet meer vrijuit onder de Joden. Hij doet dat niet uit angst, maar in opdracht van de Vader. Op de door de Vader bepaalde tijd en niet op de door Zijn vijanden geschikt geachte gelegenheid zal Hij Zich in hun handen geven.

De Heer gaat weg uit de omgeving van Jeruzalem naar het land bij de woestijn, naar een stad met de naam Efraïm. De woestijn duidt op de doodsheid van het volk. Efraïm betekent ‘dubbele vruchtbaarheid’. Waar van het volk geen vrucht te verwachten is, zal het resultaat van Zijn werk een dubbele vrucht hebben, waarbij we kunnen denken aan Israël en de gemeente.

Zijn discipelen vergezellen Hem in Zijn verblijf op die plaats. Hoewel Zijn discipelen niet het directe doelwit van de moordplannen van de farizeeën zijn, delen ze wel in de gevolgen die het heeft voor de weg van de Heer. Het is mooi om te zien dat ze Hem ondanks alles trouw blijven, want ze begrepen lang niet alles wat de Heer zei en deed en de haat die dat uitlokte.

De tijd nadert om weer naar Jeruzalem te gaan. De aanleiding om erheen te gaan is het Pascha, dat hier weer “het Pascha van de Joden” wordt genoemd. Velen uit het land zijn al op weg gegaan om op tijd in Jeruzalem te zijn, zodat ze zich konden reinigen. Maar wat betekenen een uiterlijke reiniging en een uiterlijk feest als Hij Die dit feest heeft ingesteld en er het Middelpunt van moet zijn, verworpen en gehaat wordt en er zelfs een arrestatiebevel tegen Hem is uitgevaardigd (Jh 11:57)?

Evenals in Johannes 7 (Jh 7:11) zoeken de mensen in Jeruzalem naar de Heer Jezus. Ze staan geografisch op de goede plaats, in de tempel. Daar heeft Hij vaak geleerd. Maar de tempel is leeg. Daarom staan ze geestelijk op de verkeerde plaats en blijven ze in duisternis over Wie Hij is. Ze praten er wel met elkaar over en vragen naar elkaars mening, maar het blijft bij nieuwsgierigheid. Het hart gaat niet echt naar Hem uit.

De overpriesters en farizeeën zijn geestelijk nog veel verder van de Heer verwijderd en leven in nog grotere duisternis. Zij zijn maar van één ding vervuld en dat is Zijn dood. Ze proberen niet meer via spionnen Hem met list te vangen, maar geven het bevel tot Zijn opsporing (Lk 20:20). Wie ook maar enige inlichting kan verschaffen over Zijn verblijfplaats, wordt geacht dat direct te melden. Zij zullen dan de door hen vurig gewenste actie ondernemen en Hem grijpen.

Copyright information for DutKingComments