John 14:21

De eenheid van de Vader en de Zoon

Als de dag of periode is aangebroken dat de Heilige Geest in hen is, zullen ze door de Heilige Geest weten hoezeer Hij en de Vader een zijn en hoezeer zij een zijn met Hem. Niet alleen de kennis ervan wordt hun door de Heilige Geest gegeven, maar ook het bewustzijn ervan. De woorden “U in Mij” geven de eenheid aan van de gelovige met de Heer Jezus waarvan de Heilige Geest de kracht en band is. Wij zijn in Hem als Mens Die Zelf als de eeuwige Zoon in de Vader is. Het leven van Christus stroomt door onze verbondenheid met Hem door de kracht van de Heilige Geest uit Christus in ons. Dat Hij in ons is, maakt ons bekwaam om Hem te laten zien en niet onszelf.

We mogen weten door genade nu al in de nauwste verbinding te staan met Hem Die een is met de Vader. Hij is in de heerlijkheid en toch ook een met ons hier, zoals wij met Hem daar. We weten dit door de Geest Die ons is gegeven. Alles draait om wat, Wie en waar Christus is. De heerlijke zegeningen die de Heer Jezus hier aan ons meedeelt, kunnen niet anders dan onze liefde voor Hem doen toenemen.

In verbinding daarmee wijst Hij weer op Zijn geboden. Zoals gezegd, gaat het niet om de wet van de Sinaï. De wet van de Sinaï bevat geboden van God die Hij een mens oplegt om daardoor leven te krijgen. Door de eeuwen heen is gebleken dat dit voor de mens een onmogelijkheid is. De mens heeft alle geboden overtreden en ligt daardoor onder de vloek en de veroordeling. Daaraan is slechts te ontkomen door Gods rechtvaardig oordeel te erkennen en te geloven in de Zoon. Niet alleen dat er dan geen oordeel meer is, maar wie in de Zoon gelooft, krijgt van Hem het eeuwige leven.

Met dat eeuwige leven hangen ook de geboden samen waarover de Heer Jezus hier spreekt. Wie Hem als zijn leven heeft en dus Zijn geboden heeft, behoort die ook te bewaren, dat wil zeggen ernaar te leven. Een gelovige laat zijn liefde voor Christus zien als hij leeft volgens de geboden van het nieuwe leven. Dit betekent dat Christus in zijn leven zichtbaar wordt.

Het gevolg is, en dat kan ook niet anders, dat zo iemand ook door de Vader wordt geliefd. De Vader wordt immers herinnerd aan het leven van Zijn Zoon. En hoe zou Hij Hem niet liefhebben van Wie Hij meerdere keren heeft getuigd: “Dit is Mijn geliefde Zoon”? Zo’n gelovige is ook het voorwerp van de liefde van de Zoon, aan wie Hij meer van Zichzelf zal laten zien. Het hebben én bewaren van de geboden van de Zoon heeft geestelijke groei tot gevolg.

Judas, niet de Iskariot, dus niet de Judas die de Heer zal overleveren, is nog niet vrij van zijn Joodse manier van denken. Hij ziet niet meer dan een openbaar optreden van de Messias, zoals dat in het Oude Testament is aangekondigd. Hij kan zich geen situatie voorstellen waarbij de Messias wel door Zijn discipelen wordt gezien, maar niet door de wereld. Dat is ook een onverklaarbare moeilijkheid voor ieder die alleen de aardse heerlijkheid van de Messias voor ogen heeft. Judas vraagt de Heer ernaar.

De Heer geeft geen direct antwoord op zijn vraag. Zijn antwoord gaat hoog boven de gedachten van Judas uit en voert veel verder dan wat betrekking heeft op Zijn aardse heerlijkheid. Hij spreekt namelijk over het woning maken bij de gelovige. Om daar oog voor te krijgen en de zegen daarvan te ervaren is het liefhebben van Hem nodig, wat blijkt uit het bewaren van Zijn woord (Jh 14:23).

Dit is iets anders en gaat verder dan het bewaren van Zijn geboden (Jh 14:21). Zijn woord (niet: zijn woorden) is het geheel van de door Hem gebrachte waarheid in woorden en daden waardoor Hij Zichzelf heeft bekendgemaakt. Zijn woord stelt Hem Zelf voor, Hij is het Woord. Iemand die Hem liefheeft, zal dat woord bewaren als de vrucht van die liefde. Ook hier is, evenals in Jh 14:21, het gevolg dat de Vader zo iemand liefheeft. Wie zo vol is van de Heer Jezus dat hij Zijn woord bewaart, waardoor hij zich als het ware met Hem vereenzelvigt in alles wat Hij is, is ook het voorwerp van de liefde van de Vader.

Dan is er nog een heerlijk gevolg en dat is dat de Vader en de Zoon op grond van de inwonende Geest bij zo iemand woning maken. Stijgt dit niet ver uit boven het delen in de aardse heerlijkheid van een zichtbare Messias op aarde? Gaat het ook niet verder dan de openbaring van de Heer Jezus aan de gelovige die Zijn geboden heeft en bewaart (Jh 14:21)? Dat de Vader en de Zoon woning maken in de gelovige is de meest intieme vorm van gemeenschap. Het geeft aan dat de Vader en de Zoon bij die gelovige volkomen rust hebben gevonden omdat voor die gelovige Christus alles is.

Als er geen liefde voor de Zoon is, zal iemand Zijn woord niet bewaren. Iemand kan zeggen dat hij de Heer Jezus liefheeft, maar als blijkt dat hij niet leeft in overeenstemming met Zijn woord, is wat hij zegt niet waar. Niet horen naar de door Hem gebrachte waarheid, wil zeggen niet horen naar wat de Vader zegt. Als Zijn woord niet wordt bewaard, wordt niet alleen de Zoon oneer aangedaan, maar ook de Vader.

Copyright information for DutKingComments