John 14:27

Vrede

Met alle geweldige voorgaande toezeggingen zijn de toezeggingen van de Zoon nog niet ten einde. Hij zegt hun ook vrede toe en geeft hun Zijn eigen vrede. De eerste vrede, de vrede die Hij hun “laat”, is de vrede die Hij heeft bewerkt op het kruis, de vrede met God (Rm 5:1). Die vrede is als het ware Zijn nalatenschap voor hen als hun onvervreemdbaar eigendom. De tweede vrede, “Mijn vrede”, is de vrede die Hij in Zijn hart heeft gehad tijdens Zijn hele leven op aarde, de vrede van volkomen vertrouwen op de Vader, wat de omstandigheden ook mogen zijn. Die vrede kunnen wij ook ervaren als we evenals Hij onze weg gaan in vertrouwen op de Vader (vgl. Fp 4:7).

Christus geeft op een andere manier dan de wereld. De wereld kan wel een gedeelte weggeven van wat ze bezit, maar ze geeft niet alles prijs. Wat ze echter geeft, is ze kwijt, ze heeft het niet meer. Wat Christus geeft, is Hij niet kwijt, maar vermeerdert. Hij geeft ons Zijn vrede, Zijn Vader is onze Vader, Zijn God is onze God, Hij geeft ons Zijn blijdschap, Hij geeft ons de woorden die de Vader Hem heeft gegeven, Hij vraagt voor ons de heerlijkheid die de Vader aan Hem heeft gegeven. De Vader heeft ons lief met de liefde waarmee Hij Hem heeft liefgehad.

Hij zegt dit alles tegen Zijn discipelen om hen te bemoedigen en gerust te stellen omdat Hij zal gaan sterven. Dat staat Hem altijd voor de aandacht. Hij weet dat Zijn dood hen bedroefd zal maken en dat de omstandigheden die tot Zijn dood zullen leiden, hen bang kunnen maken. Nog eens zegt Hij hun dat hun hart niet in heftige beroering hoeft te komen. In Jh 14:1 zegt Hij dat met als vertroosting de zekere hoop van een heerlijke toekomst. Hier verbindt Hij het met de troost van de vrede waarmee Hij hen zal vullen tijdens Zijn afwezigheid. Door deze vrede zal de angst worden buitengesloten.

Copyright information for DutKingComments