‏ John 15:11

Blijdschap

Als de woorden van dit hoofdstuk op een wettische manier worden gelezen, zal er alleen verdriet zijn en kunnen we zelfs depressief worden. Als vrucht dragen opgevat wordt als een prestatie die we moeten leveren, voelen we hoezeer we tekortschieten. Dat brengt ons tot het slaken van verzuchtingen van wel willen, maar niet kunnen, zoals we zien bij de man die in Romeinen 7 wordt beschreven (Rm 7:15-19).

Als we de woorden van Christus begrijpen zoals Hij ze heeft bedoeld, beseffen we dat ze uitdrukkelijk zijn bedoeld om ons Zijn blijdschap mee te delen en onze blijdschap volkomen te maken. De blijdschap die Hij heeft, is voor ons het motief om als discipel te wandelen in een leven van vrucht dragen. Vrucht dragen is voor de Vader, maar de blijdschap van de Heer Jezus zal ons deel zijn.

Dit is een van de heerlijke dingen die Hij bedoelt als Hij tot Petrus spreekt over het deel hebben met Hem (Jh 13:8). Het deel hebben met Hem is hier “Mijn blijdschap”, zoals de Heer ook heeft gesproken over het deel hebben aan “Mijn vrede” (Jh 14:27) en “Mijn liefde” (Jh 15:9) en zoals Hij nog zal spreken over “Mijn heerlijkheid” (Jh 17:24). Hij wil dat wij deelhebben aan Zijn blijdschap en dat die blijdschap volkomen wordt (1Jh 1:4), tot volwassenheid komt. Zijn vreugde is te zijn in de dingen van de Vader. Wij mogen daar naar toegroeien, zodat ook wij niets anders meer hebben dan dat. Hij wil dat die blijdschap van Hem in ons zal zijn. De volkomen blijdschap is als onze blijdschap samenvloeit met Zijn blijdschap waardoor onze vreugde opgaat in Zijn vreugde.

Copyright information for DutKingComments