John 15:20

Gehaat door de wereld

Terwijl gelovigen elkaar onderling liefhebben, bevinden zij zich in een wereld die hen haat. Hun liefde onder elkaar wekt de haat van de wereld op. De wereld moet niets hebben van de liefde van God, waar die ook maar zichtbaar wordt. Het elkaar liefhebben stelt ons bloot aan de haat van de wereld die door de satan wordt bestuurd.

De liefde van de discipelen onder elkaar staat in schril contrast met de haat van de wereld. Van binnen liefde, van buiten haat, dat is de positie als resultaat van de verwerping en de dood van de Heer Jezus. Wij zijn in staat dat om te keren. We kunnen koud en onverschillig worden tegenover onze broeders en zusters, terwijl we ons best doen ons te verzekeren van de liefde van de wereld.

Net als de onderlinge liefde wordt de haat van buiten ontstoken doordat wij blijven in de liefde van de Heer Jezus. Dat hoeft ons niet te verbazen, want dit is ook het deel van Christus geweest tijdens Zijn leven op aarde. De wereld haat ons vanwege Hem. Wat ons overkomt, is eerst Zijn deel geweest. De wereld heeft op haar eigen manier lief hen die bij haar horen. De wereld haat hen die van Christus zijn omdat ze niet langer van de wereld zijn.

Niet onze fouten zijn de ware oorzaak van de haat van de wereld, maar wat de wereld in ons herkent van de genade en uitnemendheid van Christus. De genade maakt de mens tot niets en God en Christus tot alles. Genade spaart de zonde niet en redt de zondaar. Deze dingen zijn onverdraaglijk voor het vlees, dat vijandschap is tegen God (Rm 8:7). De haat van de wereld is ons deel, niet alleen omdat we niet meer van de wereld zijn, maar omdat Hij ons heeft uitverkoren.

Het feit dat wij alleen bij Hem konden gaan horen door Zijn uitverkiezing, laat het karakter van de wereld duidelijk zien. De wereld zou ons nooit laten gaan als de Heer Jezus ons niet had uitverkoren en door Zijn macht had geroepen. Dat dit de haat van de wereld oproept, is door de Heer voorzien. In dit verband herinnert Hij Zijn discipelen eraan dat Hij heeft gezegd dat een slaaf niet groter is dan zijn Heer (Jh 13:16). Dat geldt voor het dienen van de medegelovigen, waarop de Heer het in Johannes 13 toepast (Jh 13:15), maar het geldt ook voor de haat en vijandschap die zij van de wereld zullen ervaren. De slaaf mag niet verwachten dat hij vrij zal blijven van wat zijn Heer is overkomen.

De verbinding van de discipelen met Christus wekt haat op die zich uit in vervolging. Die verbinding ervaart de wereld als zij het woord hoort dat de discipelen spreken. Als dat het woord van Christus is, zal dat openbaar maken wat er in de hoorder is. Wie Zijn woord heeft aangenomen, zal ook het woord van de discipelen aannemen. Als Zijn woord is verworpen, zal de slaaf op geen ander lot hoeven te rekenen. Christus is veracht en verworpen en dat zal ook het deel van de slaaf zijn. Slaven en hun woord zullen beide met verachting worden behandeld omdat dan door Zijn Persoon en Zijn woord God te dichtbij wordt gebracht.

Copyright information for DutKingComments