John 15:26-27

De getuigen

Na Zijn verwerping uit de wereld en Zijn terugkeer naar de Vader zal de wereld toch niet zonder getuigen zijn. Er zullen nieuwe getuigen komen. Om te kunnen getuigen moet je iets hebben gezien, moet je ergens getuige van zijn geweest. De Heer Jezus heeft getuigd van de Vader door Zijn woorden en werken die Hij bij Zijn Vader heeft gezien. Dat getuigenis is verworpen. Als Hij verheerlijkt zal zijn, zal Hij een andere Getuige zenden: de Geest van de waarheid. De Geest zal het getuigenis voleindigen. De Zoon hebben ze als Getuige kunnen verwerpen. Dat zal met de Geest niet kunnen gebeuren. Hij zal een blijvende Getuige zijn. Daarom is het zo ernstig tegen de Geest te zondigen of de Geest van de genade te versmaden.

Hier zendt de Zoon de Geest om van Hem te getuigen. Dat bewijst de Godheid van de Zoon. Natuurlijk zendt Hij de Geest niet los van de Vader. Hij zendt de Geest vanwege de Vader. Tevens spreekt Hij erover dat de Voorspraak Zelf zal komen. Weer spreekt Hij eerst over de Voorspraak om daarna te spreken over de Geest van de waarheid (Jh 14:16). De Geest wordt niet alleen gezonden of gegeven, maar komt ook Zelf, want Hij is ook God en gaat van de Vader uit.

Ieder van de drie Personen van de Godheid handelt altijd in volmaakte zelfstandigheid, maar nooit los van de andere Goddelijke Personen. Daarbij hebben de Zoon en de Geest Beiden bij Hun komst op aarde een positie van afhankelijkheid ingenomen. De Zoon is van de Vader uitgegaan en zo gaat ook de Geest van de Vader uit. De Zoon heeft van de Vader getuigd en de Geest zal van de Zoon getuigen. De Geest zal voor Zijn getuigenis van de Zoon de discipelen en ook nog anderen, zoals Paulus, gebruiken.

Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het getuigenis van de discipelen en dat van de Geest. De discipelen getuigen van wat ze vanaf het begin hebben gezien, dat is vanaf het begin dat zij met de Heer Jezus op aarde zijn meegegaan (1Jh 1:1-3). Ze zijn ook getuigen van Zijn opstanding. Hun getuigenis hebben we in de evangeliën en in het begin van Handelingen. Latere getuigen, zoals Paulus, zullen door de Geest spreken over de verheerlijkte Christus. Natuurlijk is voor hun getuigenis over Christus in vernedering op aarde ook de kracht van de Heilige Geest nodig, maar de aard van hun getuigenis heeft te maken met het leven van de Heer op aarde vóór Zijn dood en Zijn hemelvaart.

Los van hun getuigenis zal ook de Heilige Geest getuigen. Hij zal getuigen van wat Hij in de hemel heeft gezien, terwijl de discipelen van Christus zullen getuigen van de tijd dat Hij op aarde is geweest.

Copyright information for DutKingComments