John 2:5

Gebrek aan wijn

Zoals we in de andere evangeliën zien, wordt de Heer Jezus geregeld ergens uitgenodigd en vaak neemt Hij deze uitnodiging ook aan. Hier is Hij, samen met de discipelen die Hij in het vorige hoofdstuk om Zich heeft vergaderd, op de bruiloft uitgenodigd. We vinden hier een mooie aanwijzing voor alle bruiloften van gelovigen. Een bruiloft is een zaak die door God is ingesteld (Gn 2:24; Mt 19:4-5; Ef 5:30-32) en die pas dan tot zijn volle recht en ontplooiing komt als deze wordt gevierd in aanwezigheid van de Heer Jezus en de gelovigen. Het is een erkenning van Zijn instelling van het huwelijk en een vraag om Zijn zegen daarover.

Het lijkt er trouwens op, dat de Heer hier wel is uitgenodigd, maar dat Hij niet bijzonder is opgevallen. Hij is Een van de andere gasten en dat is een plaats die Hem tekortdoet. Waar Hij is, behoort Hij de eerste plaats te krijgen.

Op een gegeven moment is er gebrek aan wijn. Dat is voor een bruiloft een ramp, want het betekent het einde van de vreugde, waarvan de wijn een beeld is (Ri 9:13; Ps 104:15). De moeder van de Heer Jezus merkt dat op en meldt dat bij haar Zoon. Ze weet dat Hij in die nood kan voorzien.

De Heer wijst Zijn moeder terecht met een antwoord waaruit blijkt dat zij Hem tot een voortijdig handelen wil brengen. Mogelijk speelt ook haar moedergevoel mee, dat redeneert dat dit een mooie gelegenheid is voor haar Zoon om Zich bekend te maken. Hij laat Zich echter niet leiden door natuurlijke genegenheden die overigens goed en gepast zijn. Hij is God Die voor alles volmaakt de juiste tijd van handelen kent.

Op gepaste wijze wijst Hij Zijn moeder terecht. Ze moet wachten op het uur of het moment dat Hij bepaalt. In beeld geeft Hij hiermee aan dat het uur van Zijn verheerlijking nog niet is gekomen. Eerst zal het uur komen waarin Hij Zichzelf zal overgeven om te lijden en te sterven (Jh 7:30; Jh 8:20; Jh 12:27). Pas daarna zal het uur van Zijn verheerlijking komen (Jh 12:23; Jh 13:1; Jh 17:1).

We zien in Zijn terechtwijzing van Maria een duidelijk bewijs hoe misplaatst de Mariaverering is. Ook zij was een feilbaar mens, hoe bevoorrecht ze ook was om de moeder van de Heer Jezus te zijn. Zij had net als ieder ander mens de verlossing nodig die Hij aan het kruis tot stand heeft gebracht.

Maria is door de terechtwijzing van haar Zoon niet in verzet gekomen. Ze heeft die begrepen en als terecht aanvaard. Dat blijkt uit haar woorden tot de dienaren. Haar vertrouwen in Hem is ongeschokt gebleven. Ze weet dat Hij uitkomst zal geven, maar dan op Zijn tijd. Daarom geeft ze de dienaren de aanwijzing alles te doen wat Hij zegt.

Het zijn de laatste woorden die we van Maria in de Bijbel hebben. Op elk woord van de zin “wat Hij u ook zegt, doet dat” kan de nadruk worden gelegd.

1. ‘Wat’ …’ook’ wil zeggen: wat het ook maar mag zijn.

2. ‘Hij’ is de Heer Jezus, de Gebieder, Die spreekt.

3. ‘U’ is ieder die persoonlijk wordt aangesproken.

4. ‘Zegt’ wijst op de woorden die Hij spreekt.

5. ‘Doet’ is het uitvoeren wat Hij zegt.

6. ‘Dat’ moet er gebeuren en niet iets anders; niet handelen naar eigen inzicht.

Copyright information for DutKingComments