John 21:7

De discipelen herkennen de Heer

De grote onverwachte vangst als gevolg van het advies van de Vreemdeling opent Johannes als eerste de ogen ervoor dat ze met de Heer te doen hebben. Hij zegt dan ook vol verwondering tegen Petrus: “Het is de Heer!” Petrus, impulsief als altijd, reageert direct. Johannes is het snelst in zijn inzicht. Petrus is het snelst in de daad om te handelen naar het inzicht dat hij door de ander heeft gekregen. Zonder dat hij eerst nog eens goed naar de Heer kijkt om zich ervan te overtuigen dat Hij het is, omgordt hij zich het opperkleed en duikt in het water om naar Hem toe te gaan.

Hij vertrouwt volledig op de waarneming van Johannes. Hij kent Johannes als iemand die een nauwe omgang met de Heer heeft en als die zegt dat Hij het is, hoef je er niet aan te twijfelen. Het is mooi als gelovigen ons dingen over de Heer Jezus vertellen die we zonder meer kunnen aannemen omdat we hun omgang met Hem kennen. Dat brengt ons ook, net als Petrus hier, in directe verbinding met Hem.

Na Petrus komen ook de andere discipelen in het scheepje aan land. Het net met de vissen slepen ze achter zich aan. De afstand wordt er door Johannes bij gegeven. Ze hoeven niet ver te slepen voordat ze bij de Heer zijn. Als ze aan land zijn gekomen, zien ze een kolenvuur met vis daarop. Ze zien ook brood.

Het kolenvuur zal Petrus hebben herinnerd aan zijn verloochening bij een ander kolenvuur (Jh 18:18). Petrus heeft de Heer bij een kolenvuur verloochend. Nu zal de Heer Petrus herstellen bij een kolenvuur dat Hij heeft aangestoken en waar Hij bij staat, te midden van Zijn discipelen.

De vis die op het kolenvuur ligt en het brood maken duidelijk dat Hij voor hen zorgt en dat Hij Zelf voorziet in wat Hij aan Zijn discipelen heeft gevraagd. Hij heeft gevraagd of zij iets te eten hadden en zij moesten zeggen dat ze niets hadden. Hij vroeg dat niet omdat Hij iets nodig had, maar opdat zij Hem hun nood zouden vertellen. Eerder in dit evangelie heeft Hij Zijn discipelen op een andere manier op de proef gesteld met betrekking tot eten en ook toen wist Hij Zelf wat Hij zou doen (Jh 6:5-6).

Hij vraagt Zijn discipelen om de resultaten van hun arbeid bij Hem te brengen. Hij wil dat wij altijd bij Hem komen met de resultaten van ons werk dat we hebben mogen doen, maar waarvan Hij de oorsprong is. Petrus reageert direct op de vraag. Hij gaat op, wat betekent dat hij naar het schip gaat en erin klimt. Vervolgens maakt hij het net met de vissen los en trekt het net op het land

De schrijver Johannes merkt nog op dat het net vol grote vissen is en dat het niet scheurt. Alles komt overeen met de volmaaktheid van de Persoon Die hij in zijn evangelie beschrijft. Alles is geteld en alles komt aan land. De Heer bewerkt de vangst en geeft kracht zowel aan de mens als aan het materiaal om het werk volkomen af te maken, zonder dat er iets verloren gaat.

Het net is bij een eerdere visvangst wel gescheurd (Lk 5:5-6). Daar is de vangst verbonden met de verantwoordelijkheid van de mens. Hier is het kenmerkende dat alles het werk van Christus is, op basis van Zijn opstanding en als beeld vooruitziende naar het duizendjarig vrederijk. Het berust dus niet op menselijke verantwoordelijkheid. Na Zijn openbaring in heerlijkheid, wanneer Hij op aarde terugkomt, zal Hij een menigte verzamelen uit de zee van de volken.

Voordat Hij Zich openbaart en de menigte vissen gevangen is, heeft Hij al vis (Jh 21:9). Daarin kunnen we een beeld zien van een overblijfsel dat Hij Zich al op aarde heeft bereid. Dat zien we ook in het al aangehaalde Openbaring 7, in het eerste gedeelte van dat hoofdstuk (Op 7:1-8), waarin het gaat over verzegelden uit Israël.

Over het getal honderddrieënvijftig is veel gespeculeerd. Het getal zal zeker een betekenis hebben, maar de hoeveelheid speculaties die daarover is gedaan, maakt wel duidelijk dat de betekenis niet voor de hand ligt.

Copyright information for DutKingComments