‏ John 3:2

Nachtelijk bezoek

Aan het eind van het vorige hoofdstuk hebben we gelezen dat de Heer Jezus weet wat in de mens is en dat Hij Zich daarom niet aan hen toevertrouwt. Nu komt er een mens bij Hem. Het is niet de eerste de beste mens. Het is een mens uit de farizeeën. Zijn naam wordt gegeven, Nicodémus, en ook zijn functie, hij is een overste van de Joden. Hij is dus een zeer godsdienstig mens die ook nog eens in hoog aanzien staat bij het volk. De Heer noemt hem “de leraar van Israël” (Jh 3:10).

Nicodémus heeft, evenals zijn collega’s, de tekenen gezien die de Heer heeft gedaan. Bij hem heeft het een verlangen naar de Heer Jezus bewerkt waardoor hij innerlijk dichter bij God is gekomen en Hem zoekt. Hij is zo’n enkeling in de menigte die behoefte heeft Christus beter te leren kennen. Daardoor gaat hij naar Hem toe voor een persoonlijke ontmoeting.

Als orthodoxe en ook nog eens godsdienstige, voorname Jood had Nicodémus naar de tempel moeten gaan en dat ook overdag moeten doen. Hij gaat echter niet naar de tempel, maar naar de Heer en hij doet dat ’s nachts. Wie in zijn geweten is aangeraakt en belangstelling toont voor Christus, zoals Nicodémus, voelt ook direct aan dat de wereld tegen hem zal zijn. Daarom komt hij ’s nachts. Hij is bang voor de wereld omdat hij weet dat hij met God te maken heeft en ook weet dat de wereld zich tegen God verzet.

Nicodémus spreekt de Heer Jezus aan met “Rabbi”, dat is ‘Meester’ (Jh 1:39). Dat is de titel waarmee schriftgeleerden door hun leerlingen worden aangesproken. Hij erkent Hem als Leraar. Hij verklaart vervolgens dat hij en zijn collega’s – hij spreekt over “wij” – weten dat Christus van God gekomen is als Leraar. De tekenen die zij van Hem hebben gezien, zijn niet te loochenen. Evenals zijn collega’s is Nicodémus ervan overtuigd dat Hij een bijzondere Leraar is. Toch is hij nog ver verwijderd van de ware kennis van Hem. Hij spreekt over de Heer als Iemand van Wie gezegd kan worden dat God met Hem is, alsof het een profeet betreft.

Toch is zijn belangstelling niet gebaseerd op een louter verstandelijke overtuiging. Er is in hem een diepere belangstelling, gewerkt door de Heilige Geest. Hij is zich dat nog niet bewust, maar het drijft hem wel naar de Heer. Hij ziet Hem echter alleen nog maar als Leraar en ziet ook dat God met Hem is. Hij meent hiermee Hem een hele eer te bewijzen, maar het schiet volkomen tekort met betrekking tot Zijn Persoon.

Het trouwens is mooi om te zien dat Christus voor ieder die oprecht zoekt – en zo iemand is Nicodémus – altijd beschikbaar is, al is het in de nacht. Hij maakt Nicodémus geen verwijt dat hij Hem op dit tijdstip opzoekt.

Het gesprek dat zich tussen de Heer en Nicodémus ontwikkelt, is een van de meerdere persoonlijke gesprekken van de Heer Jezus waarover Johannes in zijn evangelie bericht. Voor ons is dat een belangrijke aanwijzing om oog te hebben voor de enkeling.

Copyright information for DutKingComments