John 4:5

Bij de bron van Jakob

De Heer komt bij Sichar. Johannes herinnert eraan dat deze stad dicht bij het veld ligt dat Jakob zijn zoon Jozef had gegeven. Hierdoor worden we bepaald bij de verhouding tussen Jakob en zijn zoon Jozef. We weten dat Jozef de zoon van de liefde van zijn vader Jakob was. Jakob had Jozef als een uiting van zijn liefde voor hem al een keer een veelkleurig gewaad gegeven (Gn 37:3). Ook had hij Jozef ook een stuk land gegeven dat hij had gekocht van de zonen van Hemor (Gn 33:19; Jz 24:32). In de verhouding van liefde tussen Jakob en Jozef en de uitingen daarvan hebben we een prachtig beeld van de liefde van de Vader voor de Zoon. De Vader heeft de Zoon lief en heeft alles in Zijn hand gegeven (Jh 3:35).

Bij Sichar bevindt zich de bron van Jakob. Het is de bron voor de vermoeide en dorstige pelgrim. De Heer Jezus is door de reis vermoeid en gaat als vermoeide Reiziger bij de bron zitten. Johannes heeft weer oog voor het detail en vermeldt dat het ongeveer het zesde uur is, dat is het heetst van de dag.

We zien hoe de Zoon van God deelt in het algemene lijden van de mensheid als Hij daar vermoeid van de reis op de rand van de bron zit om uit te rusten. Hij is daar tevreden mee. Hij zoekt niets anders dan de wil van Zijn Vader te doen en Die heeft Hem daarheen geleid. In wat volgt, hebben we een prachtige aaneenschakeling van kenmerken of eigenschappen van de Heiland die allemaal in hun volle glorie en luister zichtbaar worden. Uit alles wat Hij zegt, blijkt Zijn volmaakte Godheid. We zien in Hem dat God licht is en dat God liefde is. Uit wat Hij nodig heeft, blijkt dat Hij volkomen Mens is.

Copyright information for DutKingComments