John 5:1

Bethesda

De volgende drie hoofdstukken, Johannes 5-7, horen bij elkaar. Ze beginnen alle drie met een geschiedenis. Elke geschiedenis illustreert een waarheid waarover de Heer Jezus in het betreffende hoofdstuk nader onderwijs geeft. In Johannes 5 betreft het een verlamde die de krachteloosheid van Israël onder de wet illustreert. Dit wonder wordt ons alleen door Johannes meegedeeld. In het onderwijs dat de Heer daaraan verbindt zien we dat Hij de Zoon van God is Die niet alleen kracht, maar leven geeft. In Johannes 6 spreekt Hij over Zichzelf als het brood dat uit de hemel is neergedaald, nadat Hij een menigte met brood heeft verzadigd. Dat brood is het vlees van de Zoon des mensen dat gegeten wordt om eeuwig leven te krijgen. In Johannes 7 zien we Hem op het Loofhuttenfeest, waaraan Hij onderwijs over de Heilige Geest verbindt. In alles zien we de glorie van Zijn Persoon.

De Heer gaat weer op naar Jeruzalem. In dit evangelie zien we Hem vaak in Jeruzalem, terwijl de andere evangelisten Hem vooral volgen in Zijn dienst in Galiléa. Hij gaat naar Jeruzalem ter gelegenheid van “een feest van de Joden” dat naar alle waarschijnlijkheid het Pascha is. Als dat zo is, is er in dit evangelie sprake van vier Pascha feesten (Jh 2:23; Jh 5:1; Jh 6:4; Jh 11:55). Het eerste Pascha, in Johannes 2:23, was nog voordat de Heer met Zijn openbare dienst begon. De drie volgende Pascha feesten maken duidelijk dat de Heer drie jaar in Israël Zijn openbare dienst heeft verricht.

Johannes wijst op een bijzondere locatie in Jeruzalem en wel op een vijver bij een van de poorten van de muur rondom Jeruzalem, “de Schaapspoort”. Hij geeft er ook de Hebreeuwse bijnaam van, die “Bethesda” luidt. Als Nehemia met de herstelwerkzaamheden aan de muur rond Jeruzalem begint, begint hij met de Schaapspoort (Ne 3:1). Dit herstelwerk gebeurt door de priesters. Door deze poort werden de schapen in de stad gebracht om te worden geofferd in de tempel.

Hierdoor worden we direct al herinnerd aan het belangrijkste van stad en tempel en dat is de eredienst aan God. Herstel van de muur is allereerst noodzakelijk met het oog op de voortgang van de priesterlijke dienst. Alleen van deze poort wordt in Nehemia 3 gezegd dat zij die ‘heiligden’, dat wil zeggen speciaal voor God afzonderden en aan Hem toewijdden.

Door Johannes wordt de aandacht echter niet gevestigd op de schapen die door de poort naar binnen gaan, maar op een vijver met de bijnaam Bethesda, dat betekent ‘huis van barmhartigheid’ of ‘huis van genade’. Johannes vermeldt ook dat er vijf zuilengangen zijn. Het getal vijf wijst op verantwoordelijkheid. Israël heeft gefaald in zijn verantwoordelijkheid om aan de wet te gehoorzamen en als gevolg daarvan liggen de vijf zuilengangen vol met een menigte zieken die aan allerlei kwalen lijden. De schapen voor de offerdienst die door een feestvierende menigte Jeruzalem werden binnengebracht, hebben plaatsgemaakt voor nood en ellende. Dit is het gevolg van de ontrouw van het volk.

Toch blijft er een sprankje hoop voor de menigte zieken. Hoezeer het volk ook van God is afgeweken en daarmee de plagen van allerlei soort over zich heeft gehaald, zoals God heeft gezegd, heeft God toch ook op zekere tijden weer Zijn barmhartigheid getoond. God zendt af en toe een engel die het water in beroering brengt. Hij die er dan het eerst in neerdaalt, wordt gezond, wat hem ook mankeert. Het is echter slechts barmhartigheid aan een enkeling en geen algemene genezing voor iedereen.

Copyright information for DutKingComments