John 5:23

Oordeel en leven aan de Zoon gegeven

Er is iets wat niet de Vader, maar de Zoon doet. Hij doet dat alleen, niet samen met de Vader. Dat betreft de uitoefening van het oordeel. Hij doet dat niet los van de Vader, want de Vader heeft Hem dat gegeven. We kunnen zeggen dat de Zoon daarin voor of ten behoeve van de Vader handelt. De Zoon maakt levend samen met de Vader en Hij oordeelt alleen. De Zoon is de Schepper en Hij heeft het recht om het oordeel uit te oefenen over wat Hij heeft geschapen en wat tegen Hem in opstand is gekomen.

Dat de Vader de Zoon het oordeel heeft gegeven, is gebeurd met een uitdrukkelijk doel. De Vader wil dat Zijn Zoon door alle mensen zal worden geëerd. Daarvoor heeft de Zoon de macht om levend te maken en ook om te oordelen. Het is onmogelijk de Vader te eren, zonder de Zoon te eren. Veel mensen spreken over God de Vader, maar ze zijn niet van plan om zich voor de Zoon neer te buigen. Van zulke mensen neemt de Vader geen eer aan.

Om tot een waarachtig eren van de Zoon en daardoor van de Vader te komen is de voorwaarde het woord van de Heer Jezus, de Zoon, te horen, en te geloven dat de Vader Hem gezonden heeft. Het horen en aanvaarden van het woord van de Zoon én het geloven in de Vader als Degene Die Hem zond, zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. We geloven in de Vader door het woord van de Zoon (vgl. 1Pt 1:21).

Hieraan is voor de gelovige een drievoudig resultaat verbonden:

1. Hij krijgt eeuwig leven en daarmee volkomen rust voor zijn geweten.

2. Dit betekent dat hij volledig gevrijwaard wordt van het oordeel. Het gaat niet alleen aan hem voorbij, maar hij komt er helemaal niet in.

3. Hij is vanuit de dood overgegaan naar het terrein van het leven dat vervuld is van het licht van de kennis van de Vader. Hij heeft dus niet alleen innerlijk nieuw leven ontvangen, maar hij is ook een gebied binnengegaan dat door leven wordt gekenmerkt, waar alles van leven spreekt in tegenstelling tot de wereld waarin hij voor die tijd leefde en waar alles van de dood spreekt.

Dit drievoudige resultaat is het deel van alle doden die de stem van de Zoon van God hebben gehoord en daardoor leven hebben gekregen. Met deze doden bedoelt de Heer de geestelijk doden (Ef 2:1). Ieder mens is dood, tot het moment dat hij uit God geboren wordt. Deze nieuwe geboorte, dit deel krijgen aan het leven dat de Zoon geeft, vindt plaats door te luisteren naar de stem van de Zoon van God.

Het ‘uur’ van het spreken van de Heer Jezus waardoor iemand die naar Hem luistert, nieuw leven krijgt, is begonnen toen Hij op aarde was en dit uur duurt nog steeds voort. In de loop van de eeuwen heeft de stem van de Zoon in de harten van ontelbaar veel mensen geklonken en is er leven gekomen omdat ze die stem hebben gehoord en ernaar hebben geluisterd. Wie hoort, zal leven. Dit geldt nog steeds.

De Zoon is als Mens door de Vader als de bron van het eeuwige leven voor de mensen gegeven. Als de eeuwige Zoon maakt Hij levend wie Hij wil en als de Mens in vernedering heeft de Vader Hem gegeven leven te hebben in Zichzelf. Wat Hij als Goddelijk Persoon bezit, heeft Hij als Mens van de Vader gekregen.

Het leven is van eeuwigheid in Hem (Jh 1:4) en is met Zijn eeuwig bestaan als God verbonden. Wanneer Hij niet als Mens was gekomen, hadden wij dat leven nooit kunnen ontvangen. Nu horen we de Zoon zeggen dat de Vader aan de Zoon als Mens het leven heeft gegeven. Daardoor kan Hij dit leven aan mensen geven. Dit is tevens weer een bewijs dat de Heer Jezus bij Zijn komen in het vlees niet is opgehouden God te zijn. Hij werd Mens om met mensen te kunnen delen wat Hij als God bezat, terwijl Hij God bleef. Allen die geloven, bezitten het leven dat van Hem afkomstig is en Hij kan het meedelen aan anderen, omdat Hij ook als Mens het leven naar Zijn Wezen bezit.

Dan komt de Heer Jezus nog een keer terug op de macht die Hij heeft gekregen om het oordeel uit te oefenen. In Jh 5:22 zien we dat Hij het recht heeft het oordeel uit te oefenen omdat Hij de Schepper is. Maar hier, in Jh 5:27, lezen we dat Hij ook het recht heeft om het oordeel uit te oefenen omdat Hij Mens is. Hij is de volmaakte Mens Die in alles God heeft verheerlijkt en daardoor recht op de uitoefening van het oordeel heeft gekregen. Niet de Vader is mens geworden en verworpen, maar de Zoon is Mens geworden en als de Mensenzoon verworpen. Daarom krijgt Hij het recht om als de Mensenzoon te oordelen. Dit recht zal Hij uitoefenen door eerst al het kwaad weg te doen en daarna in het besturen van de wereld in recht en gerechtigheid.

Copyright information for DutKingComments