John 7:28

Meningen van mensen

De Jeruzalemmers vormen een derde groep na de Joden en de menigte die zich uitspreekt over de Heer Jezus. Zij zijn de inwoners van Jeruzalem, terwijl de Joden uit de directe omgeving van Jeruzalem komen en de menigte uit heel Israël is gekomen ter gelegenheid van het Pascha. De Jeruzalemmers zijn wel bekend met Christus. Zij kennen ook de moordplannen van de Joodse leiders. Verbaasd vragen zij zich af of Hij het niet is, Die de oversten trachten te doden. Maar Hij spreekt vrijuit, zonder dat Hem iets in de weg wordt gelegd. Dat zou er volgens hen op kunnen wijzen dat de oversten Hem toch als de Christus hebben erkend. Zouden hun oversten soms van gedachten zijn veranderd? Die overweging brengt hen in vertwijfeling.

Ze hechten zeer aan hun oversten, maar ze hebben ook zo hun eigen gedachten over de Heer Jezus. Ze weten dat Hij uit Nazareth komt. Ze zullen ook uit de Schriften weten dat de Christus in Bethlehem geboren zou worden naar de voorzegging in Micha 5 (Mi 5:1). Maar het is hun onbekend, wanneer Hij zou komen en ze menen dat niemand weet waar Hij vandaan komt als Hij eenmaal zou komen. Het blijft bij bespiegelingen, zonder een werkelijk verlangen de waarheid over Christus te leren kennen.

De menselijke kant van de Christus is hun duidelijk. Ze weten dat Hij uit Nazareth komt. Daarop sluit de Heer aan als Hij zegt dat zij Hem kennen. Maar ten aanzien van Zijn Godheid zijn ze volkomen blind. Dat komt omdat ze Hem niet kennen Die Hem heeft gezonden. Hij is niet uit eigen initiatief gekomen, maar gezonden door Hem Die waarachtig is. Daarom is alles wat de Heer Jezus doet en spreekt in waarheid en legt het alle vijandschap en onwetendheid bloot van allen die Hem horen en zien.

De Heer zegt dat Hij de Vader kent, zoals Hij Hem van eeuwigheid kende. Hij is van Hem uitgegaan, dat betekent dat Hij altijd bij Hem was. Ook de Vader is actief in het komen van de Zoon, want Hij heeft Hem gezonden. De Zoon kent de Vader omdat Hij altijd bij Hem is en Hij kent Zijn wil in Zijn zending.

Zijn woorden over Zijn Vader maken hen woedend. Ze willen Hem grijpen. Toch doen ze het niet. Pas als Zijn uur er zal zijn, zullen ze Hem kunnen grijpen. Pas dan zal de Vader het toestaan, met het oog op de vervulling van Zijn plannen. Het kan ook niet anders dan alleen op Zijn uur.

Copyright information for DutKingComments