Jonah 2:2

In het dodenrijk

Het valt op dat Jona, terwijl hij dit gebed bidt in de buik van de vis, dit doet in de verleden tijd. Dat lijkt erop te wijzen dat zijn gebed betrekking heeft op zijn (korte) verblijf in het water en niet in de vis. Over dat laatste spreekt hij eigenlijk niet. Wellicht kunnen we het zo zien, dat zijn verblijf in de vis als een soort redding beschouwd moet worden, of in elk geval het begin daarvan. Het geeft hem hoop op werkelijke bevrijding. Hij zag zijn uitzichtloze situatie als al voorbijgegaan toen hij in de vis was. Zijn hoop op zijn bevrijding komt dan ook duidelijk naar voren in zijn gebed.

Toen Jona in de woedende zee werd geworpen, waande hij zich in het graf, of beter: het dodenrijk. De plaats waar hij zich bevond, leek hem de plaats te zijn waar zij zich bevinden die het leven hebben verlaten en waar de dood is. Op de plaats van de dood is alle eigenbelang weg. Hij is helemaal op zichzelf teruggeworpen. Elk verzet is gebroken. Zo is hij in de juiste houding voor God en kan God hem brengen waar hij zijn moet.

Hij riep in zijn nood tot God en werd gehoord. Alle uitingen van zijn nood herinneren in sterke mate aan uitingen die we ook vaak in het boek Psalmen horen. De psalmen geven uiting aan de ervaringen en de gevoelens van de vrome Jood, vaak als hij in grote nood is.

Bij een vergelijking tussen Jona en Psalmen zien we een aantal overeenkomsten:

Jn 2:2aPs 3:5; Ps 120:1

Jn 2:2bPs 18:5-6; Ps 30:4

Jn 2:3aPs 88:7-8

Jn 2:3bPs 42:8

Jn 2:4aPs 31:23

Jn 2:4bPs 5:8

Jn 2:5aPs 69:2-3

Jn 2:6bPs 103:4

Jn 2:7aPs 107:5-6; Ps 142:4

Jn 2:8aPs 31:7

Jn 2:9aPs 69:31; Ps 107:22

Jn 2:9cPs 3:9; Ps 37:39

Jona moet goed in het boek Psalmen thuis zijn geweest en de psalmen in zijn hart hebben geborgen. Nu kan de Geest hem die gedeelten in herinnering brengen en hem dit laten zeggen. Omdat Jona ze kent, kan hij er steun en troost uit putten. Zo zijn de Schriften ook voor ons bedoeld (Rm 15:4).

Copyright information for DutKingComments