Jonah 3:7

Een bevel ten leven

Het lijkt alsof door dit bevel van de koning en zijn ministers het volk de ondergang tegemoet wordt gevoerd. Niet eten en niet drinken heeft de dood tot gevolg. Maar dat is de schijn die bedriegt. Het is juist een bevel ten leven. Wie de plaats van de dood inneemt voor God, wie voor God erkent als dood te zijn, die krijgt juist het leven.

Uit alles blijkt dat men de boodschap van Jona serieus neemt. Er is geen vertraging, maar juist haast. Het bevel roept op tot een onmiddellijke bekering van de zonden waaraan ze zich hebben overgegeven en waarover Gods oordeel nu dreigt. Het leven in genotzucht en liederlijkheid wordt opgegeven. Er wordt afstand gedaan van de meest noodzakelijke levensbehoeften. Zelfs de dieren wordt elk voedsel onthouden.

Dat brengt tot uitdrukking hoezeer mens en dier verbonden zijn in de vloek die over de schepping hangt als gevolg van de zonde van de mens (Jl 1:18; 20). Mens en dier zijn ook verbonden in het tot uiting brengen van de rouwklacht over de zonde en het verlangen naar de bevrijding van de vloek, van de slavernij van het verderf (Rm 8:19-25). Mens en dier zullen delen in die bevrijding (Ps 36:6-7). Dat God ook rekening houdt met de dieren, zien we in het laatste vers van dit boek (Jn 4:11).

Copyright information for DutKingComments