Joshua 14:14

Kaleb krijgt Hebron

Zoals steeds blijkt, zien we ook hier de volledige eenheid tussen wat Mozes heeft gezegd en wat Jozua doet. Jozua handelt geheel overeenkomstig wat de HEERE en Mozes hebben gezegd en geeft Hebron aan Kaleb als erfelijk bezit. De oorsprong van Hebron is sterk met de dood verbonden. Daar sterft Sara en daar begraaft Abraham haar (Gn 23:2; 19). Het is de plaats die herinnert aan het einde van de mens. Het is de stad van de dood, het graf is daar. Daaraan wordt Kaleb voortdurend herinnerd. Wat voor reus er ook is (Arba = reus), die vindt daar zijn einde.

Maar er is ook de gedachtenis aan een nieuwe mens die in gemeenschap leeft met de Heer Jezus – zoals gezegd, betekent Hebron ‘gemeenschap’. Jozef is door zijn vader vanuit Hebron gezonden om zijn broers te zoeken (Gn 37:14). Zo is de Heer Jezus vanuit de gemeenschap met de Vader naar de wereld gezonden. In Hebron is David door alle stammen van Israël tot koning gekroond (2Sm 5:3). Er is ook gemeenschap tussen het volk van God en de Heer Jezus. Jozef en David zijn beiden een beeld van de Heer Jezus.

In aansluiting op het verzoek van Kaleb en de geloofstaal die daaruit spreekt, eindigt het hoofdstuk met de vermelding dat het land van de strijd rust. De rust in het land wordt hier verbonden met de werken van het geloof van Kaleb. Dat wijst erop dat vertrouwen op de Heer, dat Hij ons in staat stelt onze zegeningen in bezit te nemen, rust geeft.

Copyright information for DutKingComments