Joshua 15:1

Inleiding

De opsomming van de namen van grenzen en steden lijkt op het eerste gezicht niet veel voedsel voor het hart te geven. Maar “alle Schrift is door God ingegeven en nuttig om te leren, te weerleggen, te verbeteren en te onderwijzen in [de] gerechtigheid” (2Tm 3:16). Wanneer we zulke lijsten met namen doorlezen, vinden we er vaak iets tussen staan wat ons treft. Zo staat in dit hoofdstuk ineens de geschiedenis van Kaleb en zijn dochter (Jz 15:13-19).

De dochter van Kaleb laat eenzelfde geloof zien als haar vader. Er worden twee dingen van haar gezegd. Ten eerste spoort zij haar man aan om een stuk land van haar vader te vragen. Ten tweede vraagt zij ook zelf om een zegen. Vrouwen nemen wel een andere plaats in de Bijbel in dan mannen, maar niet een mindere. Zij kunnen hun mannen stimuleren in het bezig zijn met de zegeningen van de hemel en zelf kunnen zij er ook van genieten.

De zuidgrens

De HEERE maakt door het lot duidelijk welk deel van het land aan Juda zal toebehoren. In Handelingen 1 lezen we voor de laatste keer in de Schrift over het gebruik van het lot om de wil van de Heer te kennen (Hd 1:26). In Handelingen 2 komt de Heilige Geest in de gemeente wonen. Vanaf dat moment leidt Hij Gods kinderen “in de hele waarheid” (Jh 16:13).

Juda krijgt het zuidelijke deel van het land, vanaf de woestijn tot de berg waarop Jeruzalem ligt. De zuidgrens scheidt het land Kanaän van andere volken, onder andere van Edom en Egypte.

Copyright information for DutKingComments