Joshua 18:1

Inleiding

Om het land dat de HEERE Zijn volk gegeven heeft ook echt in bezit te nemen, moet er inspanning zijn. De opdracht is om het land te beschrijven. Zijn wij in staat iets van het hemelse land dat ons is gegeven, te beschrijven? De ware Jozua, de Heer Jezus, wil graag van ons horen wat wij van het land vinden. We mogen Hem vertellen wat we in de Bijbel hebben gelezen. Hoe meer zegeningen wij daarin ontdekken, des te meer zal Hij ons geven. Hij heeft Zelf gezegd: “Want aan ieder die heeft, zal worden gegeven” (Mt 25:29a).

Het erfelijk bezit van de Levieten is het priesterschap van de HEERE. Dit is een speciaal erfelijk bezit. Het staat rechtstreeks in verband met de HEERE en laat ons zien dat wij boven alle zegeningen mogen zien op Hem Die de Gever van die zegeningen is. Groter dan de grootste zegen is toch Hij van Wie de zegen uit gaat?

Van Gilgal naar Silo

Het volk trekt op naar een nieuwe plaats, Silo, en verzamelt zich daar. Juda en Jozef hebben hun deel toegewezen gekregen in Gilgal, waar het volk tot nu toe als geheel samen is geweest. Daar heeft ook de tabernakel gestaan, waarin God in hun midden woonde. Nu wordt de tent van ontmoeting of de tent der samenkomst opgezet in Silo, dat ‘vrede’ betekent. Silo ligt in het centrum van het land.

In de geestelijke ontwikkeling van een gelovige zien we in het optrekken van Gilgal naar Silo een volgende stap. Eerst Gilgal, dan Silo. In Gilgal leren we het vlees kennen en het oordeel daarover. In Silo is er een delen in de rust van God.

De opmars naar Silo wordt door God bewerkt. Hij wil op die plaats wonen en daar Zijn volk bij Zich hebben. Het zal een tijdelijke woonplaats in het land zijn. In de tijd dat Eli richter is, verlaat God Silo (1Sm 4:1-11; Ps 78:60). Tot die tijd, dat is gedurende ongeveer driehonderd jaar, staat “de tent van ontmoeting” of “de tent der samenkomst” in Silo. Daar doet God Zijn Naam wonen, maar Hij gaat daar weg vanwege de slechtheid van Israël: “Want ga toch naar Mijn plaats die in Silo was, daar waar Ik vroeger Mijn Naam heb laten wonen, en zie wat Ik daarmee gedaan heb vanwege de slechtheid van Mijn volk Israël” (Jr 7:12).

Dit herinnert aan Deuteronomium 12, waar we lezen van Gods opdracht aan Zijn volk dat het Hem zal opzoeken op de plaats waar Hij Zijn Naam doet wonen (Dt 12:5). Dat kost inspanning. Voor ons betekent het dat we de Schrift moeten onderzoeken om die plaats te leren kennen. Het gaat niet om een plaats waar je je lekker voelt, maar waar de Heer Jezus in het midden is (Mt 18:20). Die plaats moet in het Woord worden gevonden.

Silo is een voorlopige vervulling van wat in Jeruzalem volledig vervuld zal worden. Heeft Israël die plaats gevonden? Ze zijn zich er niet van bewust geweest dat het Jebus is. Pas David vindt die plaats (Ps 132:6). Jeruzalem ligt tussen Benjamin en Juda. Silo ligt in Efraïm, tamelijk centraal.

In zekere mate heeft het volk in Silo rust gevonden. Vrede is niet slechts de afwezigheid van oorlog. Vrede is een weldadige atmosfeer waarin harmonie gevonden wordt. Het ware Silo voor ons is daar waar de ware Silo, de Heer Jezus, de Vredevorst (Gn 49:10; Js 9:5), aanwezig is.

In Numeri wordt “de tent der samenkomst” ook wel “de tent der getuigenis” genoemd. Die naam staat in verbinding met de woestijnreis, waarbij alle stammen rondom de tent hun kamp hebben opgeslagen. De orde van de stammen wordt geregeld in verbinding met de tent. Het ziet op ons getuigenis voor de wereld. In het land wordt de tent “de tent der samenkomst” genoemd. Het volk woont in het land in verbinding met het centrum, de plaats waar God woont en waar Hij graag met Zijn volk wil samenkomen.

Copyright information for DutKingComments