‏ Joshua 19:49-50

Het erfelijk bezit van Jozua

Kaleb heeft als eerste zijn erfdeel gekregen, nog voordat de stammen hun erfdeel toegewezen krijgen. Nu, wanneer alle stammen hun erfdeel hebben gekregen, krijgt ook Jozua als laatste zijn erfdeel. Uit bescheidenheid heeft hij gewacht tot allen het hebben. Dit is een groot verschil met sommige leiders van tegenwoordig die hun positie en invloed gebruiken om zichzelf en hun eigen familie zoveel mogelijk te bevoordelen.

Hij krijgt zijn erfelijk bezit als een geschenk van de Israëlieten. Het is het deel dat nog door niemand is opgeëist. Het is het deel dat hij wenst. Hij laat zich niet tot koning kronen. Hij woont te midden van zijn volk als een van hen. Zo bezit hij zijn erfelijk bezit. Jozua is hierin een beeld van de Heer Jezus. De Heer Jezus wacht ook met het opvragen van Zijn eigendom of erfelijk bezit (Ps 2:8) tot allen die nu tot Zijn volk behoren hun erfelijk bezit hebben gekregen.

Jozua vraagt om Timnath-Serah, dat betekent ‘overvloedig deel’. Het ligt in het gebergte, het gebied waar zijn stamgenoten niet willen wonen (Jz 17:15-16). Met zijn keus geeft hij hun het goede voorbeeld.

Copyright information for DutKingComments