Joshua 22:8

Jozua zegent de Overjordaanse stammen

Jozua zegent de Overjordaanse stammen en laat hen gaan. Ze mogen door de Jordaan terugkeren naar hun families. Het is veelzeggend dat dit keer de ark niet voor hen uitgaat. Die blijft in het land. Door terug te gaan keren ze de ark, het symbool van Gods tegenwoordigheid, de rug toe.

Jozua laat hen niet met lege handen weggaan. Hij geeft hun veel rijkdom mee die ze in het land hebben veroverd. Niemand die voor de Heer en Zijn volk werkt, zal onbeloond blijven. Zij moeten de buit delen met hun broeders die zijn achtergebleven. Dit is te vergelijken met wat Mozes eerder in een andere situatie heeft gezegd: “En verdeel wat meegenomen is, in twee helften, tussen hen die aan de strijd deelgenomen hebben, die met het leger uitgetrokken zijn, en heel de gemeenschap” (Nm 31:27; vgl. 1Sm 30:24). Gelovigen die in de frontlinies staan en daar geestelijke winst boeken, zullen die delen met het ‘thuisfront’, dat zijn zij die voor hen hebben gebeden (vgl. Hd 14:26-27).

Copyright information for DutKingComments