Joshua 24:15

Oproep om de HEERE te dienen

Alle geschonken zegeningen vragen om een reactie. We zien dat ook in de brieven. Na de zegeningen volgt de vermaning om in overeenstemming daarmee te wandelen (Rm 12:1; Ef 4:1). Als er geen keus voor de HEERE wordt gemaakt, maakt het niet uit welke afgod ze zullen dienen. Telkens weer wordt gevraagd een keus te maken (1Kn 18:21; Ru 1:16; Mt 6:24). Voor Jozua is de keus duidelijk. Hij zegt: ‘Wat voor mij geldt, geldt voor mijn huis.’ Hij is al een oude man, maar nog even strijdbaar als altijd, hier in het bijzonder voor zijn huis.

Als het hele volk niet mee wil doen aan het trouw dienen van de HEERE, dan staat het voor hemzelf vast dat hij en zijn huis de HEERE zullen dienen. Het geldt voor hemzelf en voor zijn kinderen. De behoudenis is ‘voor wie gelooft en voor zijn huis’. Dat evangelie hoort de gevangenbewaarder uit de mond van Paulus: “Geloof in de Heer Jezus en u zult behouden worden, u en uw huis” (Hd 16:31). Het dienen dat op de behoudenis volgt, is ook voor ‘ik en mijn huis’. Het ‘huis van Stéfanas’ is hiervan een mooi voorbeeld (1Ko 16:15). Laten we het voorbeeld van Jozua en Stéfanas navolgen.

Alle zegeningen zijn niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze kinderen. Is het onze wens dat onze kinderen de zegeningen zullen genieten die wij ook mogen genieten? Dan zullen we ze meenemen naar allerlei samenkomsten, opdat ze de zegeningen zullen leren genieten en ze niet thuislaten, terwijl we zelf die gelegenheden bezoeken.

Copyright information for DutKingComments