Joshua 3:10-11

De ark moet vooropgaan

Jozua moet van de HEERE de priesters bevelen wat ze moeten doen. Hij vraagt de priesters naderbij te komen, opdat zij ”de woorden van de HEERE, uw God” zullen horen. Wat Jozua zegt, zijn de woorden van God omdat hij doorgeeft wat God hem heeft opgedragen.

Als ze door de Rode Zee gaan, is dat om aan hun vijanden te ontkomen. Nu gaan ze door de Jordaan en dat is om hun vijanden te ontmoeten en tegen hen te strijden. God zal Zich daarbij doen kennen als de levende God. Hij gaat voor hen uit en zal de zeven volken die het land voor zichzelf opeisen (Dt 7:1), voor hen uit verjagen. Deze zeven volken stellen een volkomenheid – waarvan het getal zeven spreekt – in slechtheid voor.

De levende God zal op zichtbare wijze in “de ark van het verbond van de HEERE van de hele aarde” voor hen overtrekken. Zijn eerste doel is “de Jordaan in” gaan. God gaat Zijn volk voor op elke weg die Hij wil dat het gaat en trekt dan met Zijn volk op (Js 43:2). Hij, Die Heer is van ”de wereld en al wat zij bevat” (Ps 50:12b) omdat Hij de Schepper is, is eerst in de dood gegaan, om daarna aan allen die Zijn volk zijn het beloofde land te geven.

Het volk wordt door een “zie” opgeroepen naar de ark te kijken. Zo worden wij opgeroepen naar de Heer Jezus te kijken Die voor ons in de dood is gegaan, om daaruit weer op te staan en ons binnen te brengen in ons ‘beloofde land’.

Copyright information for DutKingComments