‏ Judges 10:16

De echtheid van de belijdenis getoetst

De druk op Israël wordt zwaar. Dan roepen ze tot de HEERE met erkenning van het verkeerde. Maar kijk eens hoe de HEERE dan reageert. Hij herinnert hen aan de vorige verlossingen die Hij heeft bewerkt en hoe zij daarmee zijn omgegaan. Ze hebben Hem na elke verlossing steeds weer verlaten en zijn opnieuw de afgoden gaan dienen. Nu moeten ze maar aan die goden gaan vragen om hen te verlossen.

Deze handelwijze van God mist zijn uitwerking niet. Het volk begrijpt dat belijdenis alleen niet genoeg is. De afgoden moeten worden weggedaan. We zien dat ook bij Jakob. In Genesis 35 lezen we dat hij zijn huisgenoten de opdracht geeft de afgoden te verwijderen (Gn 35:1-5). Jakob is met zijn huis op weg naar Bethel. Daar zal hij God ontmoeten. Hij beseft dat het leven met God en het houden van afgoden niet kunnen samengaan. Zowel Jakob toen als het volk nu komen tot het inzicht dat het verwijderen van het verkeerde de ware toetssteen is voor echt berouw.

Met welke afgoden hebben wij te maken? Wat zijn de dingen die ons van God doen wegdwalen? Dat kan voor ieder iets anders zijn. Maar wat gebeurt er als ze worden weggedaan? “En zij … dienden de HEERE. Toen kon Zijn ziel de moeite van Israël niet langer verdragen” (Ri 10:16). Wat een schitterend woord! Het geeft Gods bijzondere verlangen aan om met al de bewogenheid van Zijn hart Zijn volk te helpen.

Copyright information for DutKingComments