Judges 11:1

Inleiding

Abimelech was de zoon van een bijvrouw, Jefta is de zoon van een hoer. De geestelijke toestand in Israël is zo laag geworden, dat zo’n man het instrument wordt van Gods bevrijding. Daarmee zet God het stempel van Zijn beoordeling op hun geestelijke toestand. Hij kan vanwege hun toestand geen mensen van een hogere afkomst gebruiken. Bij Jefta zien we geen verschijning van de HEERE, zoals bij Gideon. Het is de nood die Jefta ten tonele voert, in opdracht van de oudsten van Gilead, die geen andere keus hebben.

Jefta laat ons iets zien van de reformatie, toen het God behaagde geloof en kracht te geven aan mensen die niet altijd geestelijk waren, maar die voor Hem toch geschikte instrumenten bleken te zijn om Zijn volk te bevrijden. De strijd vindt plaats aan de woestijnzijde van de Jordaan, niet in het land zelf. Deze soort strijd kenmerkte ook de reformatie. Er werd veel strijd geleverd om de waarheid van de Schrift bekend te maken aan de gelovigen, terwijl men er ook voor ijverde deze waarheden zijn beslag te laten krijgen in de maatschappij: Gods eer op alle levensterreinen.

Wat werd vergeten, is dat de gemeente een hemels volk is. Dat volk is niet door God op aarde gelaten om mee te doen in het regeren, maar om een getuigenis te zijn van een verheerlijkte Heer in de hemel, Die spoedig zal terugkomen om Zijn rijk van gerechtigheid en vrede te vestigen.

In het leven van Jefta zijn twee kanten te zien. We zien een man die een wrok meedraagt vanwege de behandeling door zijn broers, en we zien een man die het Woord kent, met de Geest bekleed wordt en de vijand verslaat. Zijn negatieve karaktertrekken komen af en toe naar voren, zoals bij ieder van ons. Hoe en wat iemand geweest is voor zijn bekering, bezorgt hem daarna vaak de nodige moeite om er niet aan toe te geven. Ondanks alle dingen waarin Jefta een verkeerd voorbeeld geeft, moeten we blijven bedenken dat God hem noteert onder de geloofshelden (Hb 11:32).

Jefta

De naam Jefta betekent ‘hij die opent’. Dat wijst ons op God, Die geestelijke waarheden opent, openbaart, en Die ook het hart opent waarin die geestelijke waarheden hun plaats krijgen. Jefta is het instrument dat God daarvoor gebruikt. Waar Gods Woord door de Ammonieten, die zoals we hebben gezien de verstandsgodsdienst of het rationalisme voorstellen, is gesloten, moet er iemand komen die het Woord weer opent.

Jefta komt uit Gilead, dat is uit Manasse. Hij is een uit ontucht geboren kind, maar is het door God uitverkoren instrument om te strijden tegen een vijand die eveneens uit ontucht is geboren. Eerst wordt zijn kwaliteit genoemd: hij is een strijdbare held. Zo wordt Gideon ook genoemd in de eerste woorden die God tot hem spreekt (Ri 6:12). Vervolgens wordt zijn afkomst genoemd: hij is de zoon van een hoer. Jefta kan het niet helpen dat hij de zoon van een hoer is. Dat komt door de zonde van zijn vader. Dat heeft hem een ongelukkige jeugd bezorgd, wat hem tegelijk vormt voor de dienst waarvoor God hem later kan gebruiken.

God maakt vaak gebruik van mensen die bij anderen niet in tel zijn. Afwijzing is misschien wel de smartelijkste ervaring die een mens in zijn leven kan opdoen. Wie daarmee in gemeenschap met God leert omgaan, gaat steeds meer lijken op de Heer Jezus en wordt daardoor een instrument dat God kan gebruiken.

De Heer Jezus is de grote Afgewezene geweest toen Hij op aarde was en Hij is het voor de wereld nog steeds. Jefta wordt door zijn broers verstoten, zoals ook de Heer Jezus door Zijn broers is verstoten. Ook is Hij veracht vanwege Zijn nederige geboorte. De mensen hebben van Hem gezegd: “Is Deze niet de timmerman, de Zoon van Maria?” (Mk 6:3). Er is zelfs op gezinspeeld dat Hij uit hoererij geboren zou zijn (Jh 8:41).

De ware reden dat Jefta wordt verstoten, is de hebzucht van zijn broers. Als hij zou delen in de erfenis, zouden zij een kleiner deel ervan krijgen. De hebzucht, ook naar roem en eer, is ook vandaag nog een reden waarom iemand verworpen wordt. Godsdienstige leiders hebben de Heer Jezus verworpen omdat Zijn prediking van de waarheid hun positie van aanzien in gevaar bracht. Godsdienstige leiders verwerpen vanwege deze zelfde reden nog steeds ieder die de waarheid predikt. Wat voor godsdienstige leiders geldt, geldt in feite voor iedereen. Wij willen af van iemand die ons de waarheid van God voorhoudt, waardoor we iets moeten opgeven, terwijl we daartoe niet bereid zijn.

Jefta komt niet in opstand. Hij had zijn kracht kunnen gebruiken om van zich af te slaan. Hij was immers een strijdbare held. Maar hij vlucht en zoekt zijn toevlucht in Tob, dat ‘goedheid’ betekent, waarbij we zouden kunnen denken aan de goedheid van de HEERE. Daar wordt hij verder voorbereid op de dienst waartoe God hem zal roepen. Zo’n voorbereiding als gevolg van verwerping vinden we ook bij Mozes en David. In Tob komen allerlei mannen bij Jefta die ook geen thuis hebben. Hetzelfde lezen we in de geschiedenis van David (1Sm 22:1-2). Door hun verbinding met Jefta worden deze mannen ook strijdbare helden.

Copyright information for DutKingComments