Judges 15:14

Bevrijd van de nieuwe touwen

Als de mannen van Juda Simson bij de Filistijnen brengen, juichen zij. Ze menen hun gehate vijand in hun macht te hebben. De vreugde is echter van korte duur, want “de Geest van de HEERE werd vaardig over hem”. Als menselijke middelen waarmee een nazireeër gebonden kan zijn, met de Geest van God en het Woord van God in aanraking komen, worden ze “als vlas dat door het vuur verbrand is”. Het in praktijk brengen van de oproep in 1 Petrus 4 doet alle Filistijnse touwen, in figuurlijke zin, tot as verteren. We worden daar aangemoedigd met de woorden: “Als iemand spreekt, laat het zijn als uitspraken van God; als iemand dient, laat het zijn als uit sterkte die God verleent” (1Pt 4:11a).

Dit maakt iedereen vrij, zodat ieder zijn gave kan uitoefenen als alleen verantwoordelijk aan de Gever, los van elke menselijke aanstelling of tussenkomst. Dat is wat Paulus bedoelt als hij over zijn apostelschap schrijft: “Paulus, apostel, niet vanwege mensen, ook niet door een mens, maar door Jezus Christus en God [de] Vader, Die Hem uit [de] doden heeft opgewekt” (Gl 1:1). Hij geeft hiermee aan dat hij in de uitoefening van zijn apostelschap vrij is van alle ‘Filistijnse banden’.

Dat betekent zeker niet dat wij niets te maken zouden hebben met anderen en hun opmerkingen over onze dienst. In de samenkomst van de gemeente geldt bijvoorbeeld dat “twee of drie profeten spreken en laten de anderen het beoordelen” (1Ko 14:29). Maar dat is wel wat anders dan het van tevoren bepalen wie iets moet zeggen en wat er gezegd moet worden in de samenkomst van de gemeente. Dat mogen anderen niet bepalen, want daarover mag alleen de Heilige Geest zeggenschap hebben.

Copyright information for DutKingComments