Judges 19:1

Inleiding

Zoals al is opgemerkt, vormen ook Richteren 19-21 een geheel. Deze hoofdstukken handelen over een bepaalde gebeurtenis en de resultaten daarvan, en leggen de geestelijke toestand van het volk bloot.

God verbloemt nooit de toestand van de Zijnen, niet bij de enkeling en niet bij het volk als geheel. Pijnlijk gedetailleerd wordt een gebeurtenis beschreven die zijn weerga onder het volk van God niet kent. Het kan schokkend zijn zoiets te lezen, maar het moet wel. God heeft dit niet voor niets in Zijn Woord opgenomen. Ieder van ons moet zich bewust worden dat dit handelingen zijn waartoe ieder van ons kan komen. Wie meent dat hij niet tot zoiets in staat is, kent zichzelf slecht. Verder is het goed en nuttig te weten dat God ook het slechtste van ons kent.

De Heer Jezus heeft ook dát alles willen dragen voor al de Zijnen. Hij kent als geen ander de verborgen diepten van het menselijk hart en wat zich kan opbaren als de gelegenheid zich voordoet, of de omstandigheden zich daartoe lenen. Hij weet wat het betekent hiermee in Gods tegenwoordigheid te moeten komen. Daarom is in Gethsémané Zijn zweet als grote bloeddruppels geworden. Daar heeft Hij het lijden op het kruis voorvoeld, waar Hij tot zonde is gemaakt en Gods toorn Hem heeft getroffen vanwege de zonde.

Als de verbinding met God wordt losgelaten – we hebben dat gezien in de Richteren 17-18 –, wordt ook de eenheid van het volk verbroken en is er geen sprake meer van gezamenlijk optrekken in liefde en vrede. Na de eerste tafel van de wet, die de verbinding tussen het volk en God regelt, te hebben gebroken, wordt nu de tweede tafel gebroken, die de verbindingen tussen het volk onderling regelt. De breuk met God zorgt ervoor dat ook elke andere verbinding wordt verbroken.

We kunnen de volgende onderverdeling maken:

1. Richteren 19 beschrijft de zonde.

2. Richteren 20 beschrijft de behandeling ervan, hoe het volk ermee omgaat.

3. Richteren 21 beschrijft het resultaat van die behandeling.

Geen gezag meer in Israël

Het eerste vers zegt al direct in wat voor tijd de gebeurtenissen, die zich voor onze ogen voltrekken, zich afspelen. Het geeft weer hoe het mogelijk is dat deze gruweldaad, met zijn hele ellendige nasleep, die Gods Geest zo uitvoerig beschrijft, kan plaatsvinden. Er is geen erkend gezag waaraan men zich dient te onderwerpen. Ieder is zijn eigen wet. Dat schept een vruchtbare bodem voor de gruwelijkste uitspattingen van het verdorven hart van de mens, die God de rug heeft toegekeerd. Als het dan ook nog iemand betreft die wel uiterlijk met God in verbinding staat, maar in zijn leven met het gezag van God geen rekening houdt, iemand die Hem zelfs aan de kant heeft geschoven, dan is de diepste val dichtbij.

Is er bij de Leviet uit de vorige hoofdstukken nog enige erkenning van God, bij de Leviet over wie we hier lezen, is niets meer van God te vinden. God schijnt voor hem niet te bestaan. Hier wordt het gezegde bevestigd dat het verderf van het beste, het ergste verderf is. We krijgen te maken met zaken onder het volk van God, waarover men zelfs in de wereld schande spreekt (vgl. 1Ko 5:1).

Copyright information for DutKingComments